H3, Kerkgeschiedenis

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Constantijn de Grote

Lees blz. 36-37

Welke titel had Constantijn de Grote?

1. President
2. Keizer
3. Koning
4. Burgemeester

Welke stad was Constantijn's nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk?

1. Athene
2. Constantinopel
3. Rome
4. Parijs

Welke invloed had Constantijn de Grote op het Christendom?

1. Hij creëerde een nieuwe religie.
2. Hij introduceerde het Jodendom.
3. Hij maakte het Christendom tot een toegestane religie.
4. Hij verbood het Christendom.

Welke invloed had Constantijn de Grote op de zondagsrust?

1. Hij stond het werken op zondag toe.
2. Hij stelde de zondag in als rustdag en verbood het werken op zondag.
3. Hij stelde de zaterdag in als rustdag en verbood het werken op zaterdag.
4. Hij had geen invloed op de zondagsrust.

Willibrord en Bonifatius

Lees blz. 38-39

Vanuit welk land kwam Willibrord naar Nederland?

1. Verenigd Koninkrijk
2. Engeland
3. Groot-Brittannië
4. Brittannië

Wat was de belangrijkste bijdrage van Willibrord aan de Nederlandse geschiedenis?

1. Het vertalen van de Bijbel
2. De bekering van Nederland
3. Het stichten van kerken
4. Het bouwen van kloosters

Zoek online. Wie was Bonifatius en wat deed hij voor het Christendom?

Waar vond de beroemde confrontatie van Bonifatius met de Friezen plaats?

1. Sneek
2. Leeuwarden
3. Harlingen
4. Dokkum

Maak de goede combinaties

Vertelde hoe je in de hemel kon komen.

Vermoord bij Dokkum.

Huis voor nonnen of paters.

Vereerder van stenen, heilige bomen en bronnen.

Hoogste leider van de kerk.

Paus

Bonifatius

kloosters

Heiden

Geestelijken

Kerkscheuring in 1054 n. Chr.

Lees blz. 40

Wat was de aanleiding voor de kerkscheuring in 1054?

Welke kerken waren bij het schisma betrokken?

1. De Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-Orthodoxe Kerk
2. De Rooms-Katholieke Kerk en de Anglicaanse Kerk
3. De Oosters-Orthodoxe Kerk en de Koptische Kerk
4. De Rooms-Katholieke Kerk en de Protestantse Kerk