4.5 De Revolutie

4.5 De Franse Revolutie
-Hoe verliep deze revolutie?
-Wat waren de oorzaken en gevolgen?
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.5 De Franse Revolutie
-Hoe verliep deze revolutie?
-Wat waren de oorzaken en gevolgen?

Slide 1 - Tekstslide

opdracht:
Maak een tijdlijn van alle gebeurtenissen van de revolutie. Je begint in 1788 en eindigt in 1799

Slide 2 - Tekstslide

Fase 0: Voor de revolutie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lodewijk XVI (16e)
  • Koning van Frankrijk sinds 1774
  • Getrouwd met de Oostenrijkse Marie-Antoinette
  • Absolute macht

Slide 5 - Tekstslide


Misoogst
1788



  • Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.

  • Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.

Slide 6 - Tekstslide


Frankrijk gaat failliet
mei 1789



  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.

Slide 7 - Tekstslide

Staten Generaal
Lodwijk XVI heeft problemen. Hij heeft geld nodig en er is enige onrust in zijn land. Jullie zijn de Staten Generaal in Frankrijk.
Per stand: 
- Wat willen jullie, wat is jullie doel?
- Hoe gaan jullie Lodewijk XVI steunen?
- Wat is jullie oplossing voor de problemen in Frankrijk?

Slide 8 - Tekstslide

De Staten-Generaal
  • De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges. 
  • Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning stemt altijd met de adel en de geestelijkheid mee.
  • De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...
Staten-Generaal
In de Staten-Generaal zitten:
300 leden van de eerste stand
300 leden van de tweede stand
600 leden van de derde stand

Slide 9 - Tekstslide


Eed op de kaatsbaan
juni 1789



  • De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.

Slide 10 - Tekstslide

Fase 1: Het begin van de revolutie

Slide 11 - Tekstslide


Bestorming van de Bastille
14 juli 1789



  • In Parijs breken opstanden uit. De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan. 
  • Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag. 
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!

Slide 12 - Tekstslide


'Rien'

'Niets' in het Frans.
Dat was het enige dat Lodewijk XVI 's avonds opschreef in zijn dagboek.

Lodewijk had nog wel aan een adviseur gevraagd of het een 'opstand' was.
Deze gaf aan: "Het is geen opstand, het is een revolutie."
Lodewijk begreep er niets van: "Waarom?"

Slide 13 - Tekstslide

Verklaring van de rechten 
van de mens en de burger
augustus 1789



  • In dit document wordt duidelijk gemaakt dat ieder mens vrij én met gelijke rechten wordt geboren.
  • Deze verklaring is gebruikt als voorbeeld voor Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.

Slide 14 - Tekstslide


Van Versailles naar Parijs...
oktober 1789




  • Het Franse volk eist dat de koning in Parijs gaat wonen, en niet ver weg in Versailles. De menigte was als vrouwen verkleed in de hoop dat er niet op hen werd geschoten. 
  • Met succes: de koninklijke familie verhuisde naar het Tuilerieënpaleis. 

Slide 15 - Tekstslide

De Constitutionele Monarchie
  • Er komt een parlement en een grondwet (constitutie)
  • Koning mag nog wel de wetten uitvoeren

Slide 16 - Tekstslide

Fase 2: De constitutionele monarchie

Slide 17 - Tekstslide


De koning is gevlucht!
juni 1791



  • Het is wel duidelijk dat de koning nog maar weinig macht heeft en dat zijn positie in gevaar is.
  • De koninklijke familie besluit te vluchten, maar worden in het noorden van Frankrijk betrapt en teruggebracht naar het Tuilerieënpaleis in Parijs.

Slide 18 - Tekstslide


Een nieuwe grondwet
september 1791



  • In de nieuwe grondwet is er plek voor de koning, al is zijn macht erg klein geworden.
  • De standenstaat wordt afgeschaft
  • Ondertussen zoekt de koning in het geheim steun bij de koningen en keizers van andere landen: "Kom mij helpen!"

Slide 19 - Tekstslide

Fase 3: De republiek

Slide 20 - Tekstslide


Bestorming van de Tuilerieën
september 1792



  • Lodewijk XVI heeft nu dezelfde rechten als ieder ander en moet volgens het volk worden gestraft voor zijn daden. De koning en koningin worden gearresteerd en gevangen gezet.
  • Het koningschap wordt afgeschaft: Frankrijk is een republiek
  • De jacobijnen (soort politieke partij) onder leiding van Robespierre komen nu aan de macht.

Slide 21 - Tekstslide


Lodewijk wordt onthoofd
januari 1793



  • De revolutionairen ontdekken de geheime briefwisseling tussen Lodewijk en de Oostenrijkse keizer, en oordelen: "Hoogveraad!"
  • De koning wordt ter dood veroordeeld en terechtgesteld in Parijs.
  • In oktober volgt ook de koningin, Marie Antoinette.

Slide 22 - Tekstslide


Lodewijk wordt onthoofd
januari 1793



De Jakobijnen ontdekken de geheime briefwisseling tussen Lodewijk 
en de Oostenrijkse keizer, en oordelen: "Hoogveraad!"
De koning wordt ter dood veroordeeld en terechtgesteld in Parijs.

Slide 23 - Tekstslide




Marie Antoinette werd door het volk enorm gehaat. 
Dit kwam vooral door haar luxe levensstijl en de 
grote hoeveelheden geld die ze uitgaf aan
haar hofhouding, kleding en sieraden.

Slide 24 - Tekstslide

Fase 4: de Terreur

Slide 25 - Tekstslide

Zoek op en vul in (je mag met elkaar overleggen):
a. Wanneer was de Terreur?
b. Wat gebeurde er tijdens deze periode?
c. Wie had toen de macht in Frankrijk?
d. Noem een gevolg van deze periode in Frankrijk.

Slide 26 - Open vraag


De Terreur
1793-1794



  • De macht in Frankrijk komt in handen van de radicale Jacobijnen.
  • Tijdens het Schrikbewind worden tienduizenden 'tegenstanders' van de Revolutie opgepakt en terechtgesteld.
  • De leider van de Jacobijnen is Robespierre.

Slide 27 - Tekstslide


Einde aan De Terreur
zomer 1794



  • Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794 wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.

  • De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 28 - Tekstslide


Einde aan De Terreur
zomer 1794



Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794
wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.

De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 29 - Tekstslide


Einde aan De Terreur
zomer 1794



Er komt steeds meer weerstand tegen Robespierre en in juli 1794
wordt hij, samen met zijn handlangers, gearresteerd en terechtgesteld.

De nacht voor zijn onthoofding, doet hij een mislukte zelfmoordpoging.

Slide 30 - Tekstslide


De Directoire
1795-1799



  • Na De Terreur, en een korte burgeroorlog, willen de Fransen rust.
  • De regering, de Directoire ('Directie'), van 5 directeuren heeft echter vooral te maken met economische tegenslagen en is erg zwak.
  • Eigenlijk hopen veel Fransen dat één man het land gaat redden...

Slide 31 - Tekstslide

Fase 5: Het einde van de revolutie

Slide 32 - Tekstslide


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af met behulp van het leger.
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 33 - Tekstslide


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: 
in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 34 - Tekstslide