In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Even herhalen
H6 en H9
Slide 1 - Tekstslide
Evenwichtsstand
Periode
Amplitude
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is de amplitude?
A
0 m
B
30 m
C
20 m
D
15 m
Slide 3 - Quizvraag
Wat is van de grafiek hiernaast de periode?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de frequentie per minuut1
A
1 : 0,05 = 20
B
60 : 0,005 = 12000
C
1 : 0,10 = 10
D
60 : 0,10 = 600
Slide 5 - Quizvraag
Vorst
Als er een periode van strenge vorst aanbreekt ligt er op het Bergumermeer al 3 cm ijs. De formule voor het berekenen van de dikte van het ijs tijdens de nieuwe vorstperiode is .
Hierin is d de ijsdikte in cm en t de tijd in aantal vorstdagen
d=3+√(20⋅t)
Slide 6 - Tekstslide
Bereken hoeveel cm ijs er op het meer ligt na 5 dagen.
d=3+√(20⋅t)
d=3+√(20⋅t)
Slide 7 - Open vraag
Als er meer dan 15 cm ijs ligt kan je er een wedstrijd op schaatsen. Na hoeveel dagen is dat? (mbv inklemmen)
d=3+√(20⋅t)
d=3+√(20⋅t)
Slide 8 - Open vraag
Hoofdstuk 9
Inklemmen
vergelijking oplossen met balansmethode
assenstelsel tekenen
som- en verschilformules
Slide 9 - Tekstslide
Wat schrijf je op bij een inklemvraag
A
alles
B
de goede berekening
C
goede antwoord, eentje meer, eentje minder en conclusie
D
Als je maar drie berekeningen opschrijft
Slide 10 - Quizvraag
Voetbal
De baan van een voetbal heeft de vorm van een parabool met de formule
Hierbij is h de hoogte van de bal in meters en a
de horizontale afstand in meters.
Bereken mbv inklemmen na hoeveel meter de bal op zijn hoogst is.
h=−0,06a2+1,6a
Slide 11 - Tekstslide
Als het goed is heb je opgeschreven
−0,06⋅12,42+1,5⋅12,4=9,3744
−0,06⋅12,52+1,5⋅12,5=9,375
−0,06⋅12,62+1,5⋅12,6=9,3744
Dus na 12,5 meter is de bal op zijn hoogst
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Los op met de balansmethode
5x+10=2x+22
−5x−75=10x+75
Slide 15 - Open vraag
Los op met de balansmethode:
5x+10=2x+22
4x−9=6x+5
Slide 16 - Open vraag
Schilderen
Bij schildersbedrijf Kwast kan je het bedrag dat je moet betalen berekenen met de formule Kosten=30+15u
Bij schildersbedrijf de Roller gebruiken ze een andere formule namelijk Kosten=60+10u
Stel een vergelijking op waarmee je kan berekenen na hoeveel uur de twee bedrijven even duur zijn.
Slide 17 - Tekstslide
Los de vergelijking op 30+15u=60+10u
Slide 18 - Open vraag
Wat betekent som?
A
Plus
B
Min
C
Keer
D
Delen
Slide 19 - Quizvraag
Somgrafieken
Maanden
jan
feb
mrt
apr
Bedrag rood
Bedrag blauw
Som
Slide 20 - Tekstslide
Somgrafieken
Slide 21 - Tekstslide
Somgrafieken
Maanden
jan
feb
mrt
apr
Bedrag rood
20
25
5
15
Bedrag blauw
10
15
30
20
Som
30
40
35
35
Slide 22 - Tekstslide
Somgrafieken
Maanden
jan
feb
mrt
apr
Bedrag rood
20
25
5
15
Bedrag blauw
10
15
30
20
Som
30
40
35
35
Slide 23 - Tekstslide
Verschilgrafiek
dagen
ma
di
woe
do
vr
Blauw
14
10
12
16
8
Rood
8
8
6
12
8
Verschil
6
2
6
4
2
Slide 24 - Tekstslide
Verschilgrafiek
dagen
ma
di
woe
do
vr
Blauw
14
Rood
8
Verschil
6
Slide 25 - Tekstslide
Wat vind je nog moeilijk van hoofdstuk 6 en 9
Slide 26 - Open vraag
Aan de slag
Ga oefenen met de d-toetsen van hoofdstuk 6 en 9
H6 blz 50 opdracht 1, 2, 4, 9 en 10
H9 blz 182 opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Let op donderdag 24 maart proefwerk hoofdstuk 6 en 9!