Unit 1 - Lesson 4

This lesson...reading

    ....leer je een brief of email te begrijpen   
            ...oefen je met korte teksten over onderwerpen waar je al iets van weet 
        ...leer je de wederkerende voornaamwoorden gebruiken 
---- leer je woordjes over aardrijkskunde 

                         

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

This lesson...reading

    ....leer je een brief of email te begrijpen   
            ...oefen je met korte teksten over onderwerpen waar je al iets van weet 
        ...leer je de wederkerende voornaamwoorden gebruiken 
---- leer je woordjes over aardrijkskunde 

                         

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Words page 43

Discuss SO

Practice:  words page 43 
> Georgraphy  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Work to Do 
 Exercises 1 , 2, 3, 4  ( 10 minutes).
Book or laptop 
We will do ex 1 together 
Exercise 1: English, volunteer for reading?
Exercise 2: Use road trip blog to fill in the gaps
Exercise 3: Find the correct combination
Exercise 4: read the text, tick the boxes (true or false)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederkerend voornaamwoord
  • Je gebruikt een wederkerend voornaamwoord om terug te verwijzen naar het onderwerp van de zin. 
  • Voorbeeld:  I hurt myself. - ik heb mijzelf pijn gedaan.

  • We had a good Holiday. We enjoyed ....
  • We had a good Holiday. We enjoyed ourselves.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederkerend voornaamwoord
  • I - myself:                         I hurt myself.
  • You - yourself:               You ate all the food yourself.
  • He - himself:                  He is talking to himself.
  • She - herself:                 Emma did it all by herself.
  • It - itself:                          The lion can defend itself.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederkerend voornaamwoord
  • We - ourselves:          We tested ourselves.
  • You - yourselves:      Tim and Gerry, if you want milk,                                                                 help yourselves.
  • They - themselves:  People sometimes talk to themselves                                                    when they are alone .
  • The computer:           The computer turns itself off. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dave and I went there ...
A
myself
B
yourselves
C
herself
D
ourselves

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I will do it ...
A
myself
B
yourself
C
herself
D
themselves

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tim sees ...
A
myself
B
himself
C
ourselves
D
yourselves

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin over jezelf met een wederkerend voornaamwoord.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework  

             Do: Lesson 1.4 : exercises      7 -8-9-10-12

                    Study: grammar ( wederkerende voornaamwoorden) 
Study: words lesson 1.5 


Slide 11 - Tekstslide

https://www.spelletjesplein.nl/engels/

Wederkerende voornaamwoorden
I can hear myself talking. 
You see yourself in the mirror.
He gave himself a new phone. 
She played herself in that movie.
The dog helped itself to some food. 

Het onderwerp (wie of wat) komt terug als lijdend voorwerp. Daarom heten deze woorden: wederkerende = terugkerende voornaamwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederkerende voornaamwoorden
We must prepare ourselves for the test. 
You can do something for  youselves in a minute. 
Can 15-year-olds take care of themselves
Enkelvoud self             Meervoud selves

Het onderwerp (wie of wat) komt terug als lijdend voorwerp. Daarom heten deze woorden: wederkerende = terugkerende voornaamwoorden. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederkerend voornaamwoord
  • Wat doen deze woorden:            
  • Ze verwijzen terug naar  het onderwerp.

  • Rijtje: Leer het rijtje uit je hoofd.

  • Enkelvoud & meervoud:
  • Bij enkelvoud eindigt het op -self
  • Bij meervoud eindigt het op -selves

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

                                  Lesson 1.4  
                            
             10 > together
                          11, 12 and 14 > on your own
                  Done? test yourself

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies