Thema 4 ordening

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

BVJ 3A H-4 Ordening

startvragen

wat weet je nog...

Wat is de plantencel?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel gewervelde groepen dieren hebben longen?

1. 1
2. 2
3. 4
4. 6

Uit welke twee stammen bestaat het plantenrijk

1. zaadplanten, bomen
2. sporenplanten, zaadplanten
3. sporenplanten, bloemen

Tot welke stam van het dierenrijk
behoort de koningscobra?

1. Weekdieren
2. Neteldieren
3. Gewervelden
4. Geleedpotigen

Het skelet is een pantser

1. weekdieren
2. gewervelden
3. geleedpotigen

Noem de 3 kenmerken om de vier rijken te ordenen?

1. Bladgroenkorrels, celkern en cytoplasma
2. Bladgroenkorrels, celkern en celwand
3. Blad, stengel en wortel
4. Celkern, celwand en slijmvliescellen

Ordening verdeel je in

1. 4 rijken
2. 4 soorten
3. 4 afdelingen
4. 4 rassen

Is dit een schimmelcel?

1. ja
2. Nee

4.2 BVJ 3A

Stof voor de laatste toetsweek

Maak aantekeningen, jij bepaald wat je nodig hebt

het minimale is 'iets' per dia

4.2 Organismen ordenen

In te delen in 2 hoofdgroepen:

de prokaryoten en de eukaryoten.

Prokaryoten->  geen celkern en altijd eencellig.

- Bacteriën

Eukaryoten-> wel een celkern en kunnen eencellig of meercellig zijn. 

- Planten, Schimmels en Dieren.

De indeling van organismen is op basis van:

• Het aantal cellen
• Aanwezigheid van celkernen
• Aanwezigheid van celwanden
• Aanwezigheid van bladgroenkorrels
• Relatieve grootte- grootte van de cel in verhouding tot de cellen van andere organismen

aanwezigheid van celkernen

Cellen van schimmels, planten en dieren hebben een celkern.

Bacteriën hebben geen celkern.

Doordat bacteriën geen kernmembraan hebben, liggen de chromosomen los in het cytoplasma.

aanwezigheid van celwanden

Dieren onderscheiden zich van alle andere organismen doordat ze om hun cellen geen celwanden hebben.

Bacteriën, schimmels en planten hebben wel celwanden om hun cellen.

aanwezigheid van bladgroenkorrels

Alleen bij planten komen in het cytoplasma bladgroenkorrels voor.

In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats.

Bacteriën, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.

organismen indelen

Door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken kun je organismen verder indelen in steeds kleinere groepen.

Vier rijken zijn bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Elk rijk kun je verder indelen in stammen, enz.

Taxonomische indeling

van groot naar klein

rijk

stam

klasse

orde

familie

geslacht

soort

Aan de bak!

in Teams 'ordening 4m-1'

opdrachten, bronnen en antwoorden in 1 bestand

werk samen

maak de opdrachten

4.6 Soorten determineren

Determineren- Op basis van de kenmerken dieren in groepen plaatsen

   - Kan met een determineertabel of zoekkaart gedaan worden

Determineren

Bij determineren begin je steeds bij stap 1 en noteer je elke stap die je verder neemt

Als voorbeeld werken we met het volgende organisme, de zee-egel

Determineren

Determineren

De stappen in de determineertabel voor de zee-egel zijn 1B-3A-4A-5B

Opdracht

Bespreek in 2 min de antwoorden op de onderstaande leerdoelen met diegene die naast je zit.

- Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.

- Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

- Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken

Klassikaal 1 a 2 personen per leerdoel