End of the year summary havo 3 stepping stones

End of the year summary havo 3 stepping stones
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

End of the year summary havo 3 stepping stones

Slide 1 - Tekstslide

Wat was de titel van thema 1 van stepping stones Havo 3?

Slide 2 - Open vraag

Jason Moraz zong in "have it all"over "auspiciousness". Wat betekent dit?
A
voordeel
B
nadeel
C
voorspoed
D
toezicht

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent " apparently"?

Slide 4 - Open vraag

I don't think ------------------ is at home.
A
somebody
B
anybody
C
nobody
D
someone

Slide 5 - Quizvraag

I asked him ----------------- a book.
A
to read
B
reading

Slide 6 - Quizvraag

------------------ to parties can be fun.
A
to go
B
going

Slide 7 - Quizvraag

I am really looking forward to ------------------------ you.
A
meet
B
meeting

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent "sharenting"?
A
het delen van informatie op het internet
B
ouders die foto's + info van hun kinderen op het internet plaatsen
C
online gegevens opvragen over je kinderen
D
het zoeken naar informatie over familieleden

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in;
"I ------------------ from her yet".
A
didn't hear
B
can't hear
C
haven't heard
D
don't hear

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in;
"Yesterday at 6 they --------------- tv".
A
watched
B
watching
C
had been watching
D
were watching

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in;
"---------------- his homework right now?"
A
has he been doing
B
did he do
C
is he doing
D
has he done

Slide 12 - Quizvraag

The thief -------------- three banks, but the police --------------- him yet.
A
robbed, hasn't arrested
B
has robbed, hasn't arrested
C
has robbed, haven't arrested
D
was robbing, haven't arrested

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal in het Engels; "veroordeling"

Slide 14 - Open vraag

Wat is "carjacking"?
A
een auto stelen
B
een auto stelen als de bestuurder er nog in zit
C
een auto vernielen
D
een auto illegaal verkopen

Slide 15 - Quizvraag

He ------------- the gym, after he -------------- the lock.
A
was entering, damaged
B
entered, was damaging
C
entered, had damaged
D
is entering, had damaged

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste voorzetsel in:
"I like to read ----------- the bus.

Slide 17 - Open vraag

Vul het juiste voorzetsel in:
"Al Capone was held ----------- prison for ten years."

Slide 18 - Open vraag

Wat is de betekenis van " to conceal"?
A
overleggen
B
benoemen
C
overeenstemming bereiken
D
verbergen

Slide 19 - Quizvraag

Vul het juiste woord in:
"In case of an ---------------- you should dial 112".

Slide 20 - Open vraag

Wat is een "syllable"?
A
klinker
B
medeklinker
C
lettergreep
D
bijwoord

Slide 21 - Quizvraag

Maak de volgende zin passief;
"The police have arrested the man".

Slide 22 - Open vraag

Maak de volgende zin passief;
"The burglars smashed the window".

Slide 23 - Open vraag

De deepfake opdracht in thema 3 ging over:
A
wapenbezit in Amerika
B
president Obama
C
jagen op wilde dieren
D
rare gewoontes in Groot-Brittannie

Slide 24 - Quizvraag

"radiation" betekent:
A
radiogolven
B
zonnebrand
C
straling
D
verbranding

Slide 25 - Quizvraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:
By 2050, physical shops ----------------- (disappear) completely.

Slide 26 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in:
"Space travel -------------------(change) in the near future."

Slide 27 - Open vraag

"Look, there are many clouds; I think it is going to rain." is een;
A
feit
B
gebeurtenis in nhet verleden
C
voorspelling
D
actie, begonnen in het verleden, die nog voortduurt.

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal in het Engels: "middeleeuws"

Slide 29 - Open vraag

"intricate" betekent
A
easy
B
interesting
C
obsessed
D
complicated

Slide 30 - Quizvraag

When you are "deceased" you are:
A
successful
B
famous
C
dead
D
unknown

Slide 31 - Quizvraag

"We have been doing our homework for hours!" is een;
A
past simple
B
present perfect
C
present future continuous
D
present perfect continuous

Slide 32 - Quizvraag

Geef de indirecte rede van: "John is typing a letter".
They said that John -------------- a letter.

Slide 33 - Open vraag

Als je "iets van plan" bent, gebruik je het werkwoord:

A
will + infinitive
B
to be going to + infinitive
C
will have + past participle
D
am, is, are + ing

Slide 34 - Quizvraag

"biased" betekent:
A
doing a requiry
B
telling the truth
C
only considering one side of something
D
investigating something

Slide 35 - Quizvraag

verbs like: "bring up, fill in, pick up, etc" are called;
A
irregular verbs
B
adverbs
C
instant verbs
D
phrasal verbs

Slide 36 - Quizvraag

Vul het juiste betrekkelijk voornaamwoord in;
"the man, -------- dog was stolen, went mad.

Slide 37 - Open vraag

"I need to take the test, but I am too sick." is een;
A
simple sentence
B
complex sentence
C
compound sentence

Slide 38 - Quizvraag

geef de "past simple"van het werkwoord "schudden"

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide