V4 3-12-2024 short stories + grammar

Welcome! Bags on the rack please. You need your laptop, short stories, grammar booklet, Wasp, notebook, pen 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome! Bags on the rack please. You need your laptop, short stories, grammar booklet, Wasp, notebook, pen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Program
- Learning goals 
- Short stories
- Wasp / grammar
- Rounding off

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals: at the end of this lesson...
- I will have analyzed a short story
- I will know about character and conflict
- I will have practised my reading skills
- I can use articles correctly

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's 1st lesson
(Plot), character, conflict
Short Story 2: Lamb to the Slaughter

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
What do you remember about plot?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide



Who is this?
How would you describe his character?
How do we know this?

4 ways to show what a character is like:
  1. What they say
  2. What they do (/think / feel)
  3. What they look like (physically)
  4. What another character says / thinks about them

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Characters can be....
Dynamic: grow or develop during the action
Static: remain the same throughout the action

Flat: have one or two traits, can be summed up in one sentence
Round: complex and many-sided

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is Voldemort's character:
A
dynamic & flat
B
static & flat
C
dynamic & round
D
static & round

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Protagonist 
Antagonist

Slide 12 - Tekstslide



Antagonist: can be another person or persons, but also nature, environment, etc.
CONFLICT: 4 types
  1. Man vs. man: physical (struggle against another person, animal, being)
  2. Man vs. circumstances: classical (fate, life's circumstances)
  3. Man vs. society: social (ideas, practices, custums of other people)
  4. Man vs. themselves: psychological (their own soul, thoughts, ideas, choices, mental health, physical limitations)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What type(s) of conflict in HP (protagonist)?

1) man vs. man 2) man vs. circumstances
3) man vs. society 4) man vs. themselves
timer
1:00
A
man, circumstances, society (1,2,3)
B
man, society, themselves (1,3,4)
C
circumstances, society, themselves (2,3,4)
D
man, circumstances, themselves (1,2,4)

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

CONFLICT: 4 types
  1. Man vs. man: physical (struggle against another person, animal, being)
  2. Man vs. circumstances: classical (fate, life's circumstances)
  3. Man vs. society: social (ideas, practices, custums of other people)
  4. Man vs. themselves: psychological (their own soul, thoughts, ideas, choices, mental health, physical limitations)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lamb to the Slaughter
You have read the short story: Lamb to the Slaughter 
Time to show what you know

Task: 
- In pairs
- One piece of paper + one pen
- No talking
- You are going to take turns writing down words/sentences with information you remember from the story. 
- Do not change anything, only write down a new word or sentence
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lamb to the Slaughter
You're going to discuss the questions that go with the story in groups.
We will discuss the answers together afterwards.

- The groups will be randomly selected
- Make sure everyone participates
- Everyone needs to agree on the answers
- Answer the questions in English
- Also check 'Death by Scrabble': character and conflict
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Please note:

Character(s): write down name, dynamic/static/flat/round, how does the author show what they are like
Today's 2nd lesson
Grammar
Wasp

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Articles
Articles zijn in het Nederlands lidwoorden zoals de, het en een.

Het Engels kent twee soorten lidwoorden: 
het bepaald lidwoord the en de onbepaalde lidwoorden a en an.

Waar we in het Nederlands 'de' of 'het' gebruiken, gebruikt het Engels alleen the.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

... European country
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... M&M
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... girls are smart.
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... one and only
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... apple tastes awful
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... excellent idea
A
a
B
an
C
the

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Asia
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... Middle East
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

It's ..... nice day.
A
a
B
an
C
the
D
X

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De regels
- Je gebruikt a of an als je het over iets of iemand in het algemeen hebt. Net zoals bij het Nederlandse 'een'.
- A gebruik je als de eerste letter van het woord dat volgt als een medeklinker wordt uitgesproken, ook al schrijf je een klinker!
- An gebruik je als de eerste letter van het woord dat volgt als een klinker wordt uitgesproken, ook al schrijf je een medeklinker!
- Als je in het algemeen iets in het meervoud wilt zeggen, laat je het lidwoord weg (girls are smart)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regels
- The is het bepaald lidwoord, oftewel het definite article. 
Het kan zowel bij enkelvoud als bij meervoud gebruikt worden.

- Het lidwoord the maakt van een zelfstandig naamwoord een specifiek exemplaar. Net zoals het Nederlandse 'de' of 'het'.

- Lees pagina 8-9 voor meer regels

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WASP: New task
Read Wasp Magazine: ‘Klepto dad’, pp.14-15

Do assignments 39, 40A, 40B

If you finish quickly: learn vocabulary or start reading 'The Tell-Tale Heart' (no.3 = homework for Tuesday)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check exercise grammar booklet
1. a                                                                              P.9, exercise 1
2. the
3. an
4. the / the
5. an
6. an
7. the
8. the

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Name 2 things you've learned today.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Well done! You...
- Have analyzed a short story
- Know about character and conflict
- Have practised your reading skills
- Can use articles correctly

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
- Friday: Finish Wasp exercises 39, 40A, 40B
- Tuesday: read short story no.3, "The Tell-Tale Heart"
- ..........

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies