In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Hoofdstuk 8.1
Formules korter
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan wij doen vandaag?
Uitleg
Opdrachten oefenen samen
Slide 2 - Tekstslide
Ad meet de lengte van de haag om de tuin door rond te lopen waarbij hij steeds gelijke stappen zet. De lengte van één stap noemt hij s. In de tekening is elke stap met een pijl aangegeven.
Waarom wordt de langste zijde met 8 x s aangegeven?
Slide 3 - Open vraag
De lengte h van de haag berekent hij met de formule 7 x s + 8 x s + 7 x s + 6 x s = h Leg uit hoe Ad aan die formule komt.
Slide 4 - Open vraag
Een stap van Ad is 80 cm. Hoeveel centimeter lang is de haag?
Slide 5 - Open vraag
Hoeveel meter lang is de haag?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
timer
5:00
Slide 8 - Open vraag
Check je eigen antwoorden.
Slide 9 - Tekstslide
Hans gaat een schutting plaatsen. Elke paal heeft een breedte p en elk schuttingdeel heeft een lengte d. De schutting bestaat uit zes schuttingdelen en zeven palen. Maak a (zie foto hiernaast).
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
modernewiskunde.digitaal.noordhoff.nl
Slide 14 - Link
8.1: Formules korter
6 x a + 3 x a = 9 x a
Slide 15 - Tekstslide
8.1: Formules korter
Slide 16 - Tekstslide
8.1: Formules korter
6 x a + 3 x p = 6 x a + 3 x p
Slide 17 - Tekstslide
Schrijf de formules zo kort mogelijk
A
p x 15 = a
B
15 x a = p
C
16 x p = a
D
36 x a = p
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Let op!
15 x a = p
Dit kan nog korter...
15a = p
Slide 20 - Tekstslide
Schrijf nu zelf korter... 33 x d - 15 x k = t
Slide 21 - Open vraag
Maak opdracht 4 en 5
timer
7:00
Slide 22 - Tekstslide
Antwoorden
Slide 23 - Tekstslide
Schrijf elke formule korter. Welke kan niet korter?
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Maak opdracht 7
Vragen? Stel ze !
timer
5:00
Slide 26 - Tekstslide
Kijk je werk na !
Slide 27 - Tekstslide
Schrijf a korter
Slide 28 - Open vraag
Schrijf b korter
Slide 29 - Open vraag
Schrijf c korter
Slide 30 - Open vraag
Kun je d korter schrijven?
Slide 31 - Open vraag
Let op !
Slide 32 - Tekstslide
Schrijf korter !
A
b = c
B
1b = c
C
7 c = b
D
15 b = c
Slide 33 - Quizvraag
Schrijf korter !
A
r = q + 5
B
r = 1q + 5
C
15 q = r
D
15 x 1 q = r + 1
Slide 34 - Quizvraag
Maak 8, 9 en 10 zelf !
timer
7:00
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Ik kan formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.