Schrijfvaardigheid (brief, jezelf voorstellen + futur)

Een brief schrijven (jezelf voorstellen + toekomstplannen)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een brief schrijven (jezelf voorstellen + toekomstplannen)

Slide 1 - Tekstslide

Schrijven, hoe pak je het aan?
Voor schrijfopdrachten heb je nodig:
- een goede leesvaardigheid (de opdracht goed lezen!)
- een goede woordenschat (hoe meer woordjes je kent, hoe beter!)
- een goede zinsopbouw (plaats/tijdbepaling + onderwerp + ww + rest van de zin)
- een goede kennis van de taalregels en het toepassen daarvan (hoe zit het ook alweer met de futur?)

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • Lees de opdracht dus goed door.
  • Noteer steekwoorden op een hulpbriefje.
  • Kijk naar alle woorden / grammatica die je nodig hebt.
  • "Vertaal-sites" kun je nu echt niet gebruiken (bij de toets ook niet!)
  • Woorden die je niet kent, zoek je op in een woordenboek of in je boek, let hierbij op de juiste betekenis.
  • Op de toets zelf mag je helaas geen woordenboek gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Zinsopbouw en taalregels toegepast?
  • Controleer het onderwerp + werkwoord / werkwoordstijd
  • Heb je een ontkenning juist gebruikt?
  • Woorden mannelijk / vrouwelijk
  • Woorden enkelvoud / meervoud
  • Moeten er woorden aangepast worden?   
       - bezittelijk voornaamwoord
       - bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Nu schrijf je de nette versie op!


Zorg nu ook voor een leesbaar handschrift!
Denk aan accenten en hoofdletters!

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiding:
Je gaat jezelf voorstellen aan iemand die jou niet kent.
Je zet een aantal zinnen alvast op papier.



Maar eerst: wat zijn de meeste gemaakte fouten in het Frans?


Slide 6 - Tekstslide

Nous … une grande famille.
A
a
B
avons
C
avez
D
ont

Slide 7 - Quizvraag

Je vous présente .... famille.
A
Mon
B
ma
C
mes

Slide 8 - Quizvraag

Je .......... au collège.
A
vais
B
suis
C
ai
D
m'assieds

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent "collège"?
A
basisschool
B
middelbare school
C
les
D
rooster

Slide 10 - Quizvraag

la matière
A
het beroep
B
het vak
C
de taal
D
het eten

Slide 11 - Quizvraag

Erreur 1:
Mes matières est le français et l'anglais.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 12 - Open vraag

Erreur 2:
Je faire du kickboxing.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 13 - Open vraag

Erreur 3:
Nous sommes six: mon parents.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 14 - Open vraag

Erreur 4:
J' mappelle.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 15 - Open vraag

Erreur 5:
J'aime faire du shop.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 16 - Open vraag

Erreur 6:
Mon l'école est Oscar Romero.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 17 - Open vraag

Erreur 7:
Ma matière préféré est.
Où est l' erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 18 - Open vraag

Erreur 8:
J' habite Hoorn.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 19 - Open vraag

Erreur 9:
Je joue de la guitare.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 20 - Open vraag

Erreur 10:
Je suis très gentil est très poli.
Où est l'erreur? Schrijf de hele zin op.

Slide 21 - Open vraag

  1. Begroet. 
  2. Je vertelt hoe je heet en hoe oud je bent.
  3. Je vertelt waar je woont.
  4. Je vertelt over je hobby's.
  5. Je vertelt dat je op het Stanislascollege zit. In de derde klas havo. Je vertelt welke vakken je leuk vindt ( 2x).
  6. Je zegt dat je dit jaar een profiel zult kiezen.
  7. Je vertelt welk profiel je zult kiezen en waarom.
  8. Noem een goede eigenschap van jezelf.
  9. Je vertelt dat je twijfelt tussen twee droombanen. (gebruik de futur!)
  10. Je stelt een vraag terug. (gesloten vraag stellen)
  11. Je neemt afscheid.

Slide 22 - Tekstslide