22.2

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

English - week 22 lesson 2

Planning

1.  Explanation this/that/these/those

Targets

• At the end of the lesson I know the words of U5 SB1.
• At the end of the lesson I understand when to use this/that/these/those

Quizlet U4 & U5(5.1 & 5.2)

https://quizlet.com/jfcjos/folders/unit-4-mh?x=1xqt&i=39kyx8

5.1: https://quizlet.com/_9fqpmm?x=1jqt&i=39kyx8

https://quizlet.com/_9fqqah?x=1jqt&i=39kyx8

5.2: https://quizlet.com/_9fqrjl?x=1jqt&i=39kyx8

https://quizlet.com/_9fqual?x=1jqt&i=39kyx8

Study words        U5 SB 1

Use the Quizlets in this LessonUp of Unit 5 lesson 1 

Wat?	Wanneer?	Voorbeeld
This	Verwijzen naar een mens, dier of ding dichtbij	Is this ticket here mine?
That	Verwijzen naar een mens, dier of ding verder weg.	Who is that woman over there ?
These	Verwijzen naar mensen, dieren of dingen dichtbij.	Look at these photos here .
Those	Verwijzen naar mensen, dieren of dingen verder weg.	Look at those cars over there.

Stappenplan

• Stap 1: Gaat het om een enkelvoud?

JA --> Gebruik this of that (stap 2)

NEE --> Ga naar stap 3

• Stap 2: Is het dichtbij?

JA --> gebruik this

NEE --> gebruik that

• STAP 3: Het is dus meervoud. Is het dichtbij?

JA --> gebruik these

NEE --> gebruik those

Formatieve toetsen

FT U5 SB1

FT U4 present simple/present continuous

FT U4 these/those

Extra oefenen voor de toets: FT HEEL U4

Evaluation

• Have you increased your vocabulary?
• Do you know when and how to use the Present Simple & Present Continuous?