EHBO Het hart, verstuiking en verslikking
1 / 33
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Vanuit de linkerkamer wordt het bloed het lichaam ingepompt via de
A
leverader
B
poortader
C
cloaca
D
aorta
Slide 4 - Quizvraag
Hoe vaak slaat je hart in rust?
A
50-60
B
60-70
C
80-90
D
90-100
Slide 5 - Quizvraag
In de longen wordt ....................afgegeven aan de lucht
A
Koolzuur
B
Zuurstof
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heten de bovenste 2 holtes van het hart
A
kamers
B
ruimtes
C
boezem
D
aortas
Slide 7 - Quizvraag
De kleine bloedsomloop
A
Loopt door het hele lichaam
B
Loopt van het hart naar de longen
Slide 8 - Quizvraag
Zuurstofarm bloed vanuit het lichaam komt het hart binnen in
A
de linker boezem
B
de rechterboezem
C
de rechter kamer
D
de linkerkamer
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Bij het slikken sluit het strottenklepje de
A
luchtpijp af
B
slokdarm af
Slide 11 - Quizvraag
Bij het ademen sluit de het strottenklepje de
A
Slokdarm af
B
De luchtpijp af
Slide 12 - Quizvraag
Als het strottenklepje de luchtpijp afsluit is de slokdarm dicht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Wat is steunverband?
A
B
C
D
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Link
Het koelen van de plek van de verstuiking is nodig om
A
zwelling te voorkomen
B
de pijn te verminderen
C
de blauwe plek te beperken
D
het bewegen te beperken
Slide 17 - Quizvraag
wat is GEEN ander woord voor verstuiking?
A
Verrekking
B
Verzwikking
C
Kneuzing
Slide 18 - Quizvraag
Met welk verband leg je een steunverband aan?
A
Steriel gaas
B
Hydrofiel verband
C
Snelverband
D
Ideaal verband
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Link
Slide 26 - Link
Bewusteloosheid kan
A
de oorzaak zijn van een probleem bij de ademhaling
B
de oorzaak zijn van een probleem in de ademhaling
C
de oorzaak en gevolg zijn van een probleem bij ademhaling
Slide 27 - Quizvraag
Wat moet je doen bij een bewusteloos slachtoffer die ademt?
A
Reanimeren
B
Stabiele zijligging
Slide 28 - Quizvraag
Bij een flauwte
A
Reageert het slachtoffer lichtjes
B
Reageert het slachtoffer niet
C
Zijn de reflexen normaal
D
Zijn de reflexen niet normaal
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Video
Wanneer moet je 112 bellen bij een bewusteloos slachtoffer
A
Alleen als deze bijkomt
B
Altijd
C
Nooit
D
Na een half uur bewusteloosheid
