Quiz NAH

Functies van de hersenen zijn:
A
Het aanmaken van hormonen
B
Het regelen van autonome functies
C
Het reguleren van de stofwisseling
D
Alle antwoorden zijn correct
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
VerzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Functies van de hersenen zijn:
A
Het aanmaken van hormonen
B
Het regelen van autonome functies
C
Het reguleren van de stofwisseling
D
Alle antwoorden zijn correct

Slide 1 - Quizvraag

De Latijnse benaming Cerebellum betekent
A
Kleine hersenen
B
grote hersenen
C
hersenstam
D
tussenhersenen

Slide 2 - Quizvraag

De functies van de frontaalkwab zijn
A
leren en rekenen
B
horen en voelen
C
plannen en organiseren
D
zien

Slide 3 - Quizvraag

De functie van de achterhoofd kwab is:
A
horen
B
plannen
C
rekenen
D
zien

Slide 4 - Quizvraag

Gevolgen van schade aan de rechter hersenhelft zijn
A
snel en impulsief reageren
B
apraxie
C
afasie
D
angst en onzekerheid

Slide 5 - Quizvraag

Gevolgen van schade aan de linkerhersenhelft zijn:
A
verlamming rechterbeen en/of arm
B
gehoorproblemen links
C
letterlijk nemen van taal
D
moeilijk om humor te begrijpen

Slide 6 - Quizvraag

Onder NAH verstaan we letsel dat is ontstaan:
A
na gecompliceerde geboorte
B
tijdens de loop van het leven door trauma of ziekte
C
na geboorte door zwangerschapsproblematiek
D
alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

- Wat is een oorzaak voor NAH
A
waterhoofd
B
UV straling
C
tumor in het hoofd
D
griep ( geen covid)

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van een NAH?
A
homilie, gele huid en epilepsie
B
emotioneel gedrag, kalknagels en doofheid
C
gele huid, haaruitval en incontinentie
D
Hemiplegie, hemiparese en emotionele gevolgen

Slide 9 - Quizvraag

Vormen van traumatisch letsel zijn:
A
Een ongeval en klap tegen het hoofd
B
epilepsie en infectie
C
Een hersenbloeding en hartstilstand
D
schedelbreuk en tumor

Slide 10 - Quizvraag

Vormen van niet-traumatisch letsel zijn

A
infectie en epilepsie
B
hersentumor en alcohol vergiftiging
C
Herseninfarct en schedelbreuk
D
een ongeval en bijna verdrinking

Slide 11 - Quizvraag

De hersenen bestaan uit zenuwcellen. Dit zijn er ongeveer:


A
1 tot 10 miljoen
B
10 tot 10 miljoen
C
100 tot 1000
D
100 tot 1000 miljard

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent CVA?


A
circulair vaststaand accident
B
cerebro vasculair accident
C
cerebellum vasovagaal accident
D
circulair vasculair account

Slide 13 - Quizvraag

Hoe herken je een CVA?

A
hoofdpijn
B
scheve mond
C
krachtsverlies in ledematen
D
alle drie zijn juist

Slide 14 - Quizvraag

Bij een CVA is er sprake van een:

A
infectie
B
ontsteking
C
onderbreking van de doorbloeding
D
Covid 19

Slide 15 - Quizvraag