bij Hfd. 5 - uitleg en oefenvragen over Het delend lidwoord

Het delend lidwoord
Uitleg & oefeningen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het delend lidwoord
Uitleg & oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Ik kan het delend lidwoord in het Frans gebruiken
  • Ik weet welke lidwoorden ik gebruik
     - na een ontkenning
     - na een hoeveelheid
     - na werkwoorden die een voorkeur aangeven 

Slide 2 - Tekstslide

Delende lidwoorden in het Frans:
                                                              m.e.    v.e.     + klinker     mv 
Er zijn verschillende vormen du   -  de la   -   de l'    -  des  

LET OP:
du, de la, de l' & des veranderen in de of d'  NA een ONTKENNING & NA een WOORD VAN HOEVEELHEID zoals :





Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van hoeveelheidswoorden:
  • un peu (een beetje)                        
  • beaucoup (veel)
  • une bouteille (een fles)
  • une boîte (een doos)
  • une tasse (een kopje)

  • un litre (een liter) 
  • un kilo (een kilo)
  • un paquet (een pakje)
  • un verre (een glas)

Slide 4 - Tekstslide

Bijzondere uitzonderingen:
  • Attention! na de werkwoorden
    aimer  (= houden van)
    adorer  (= dol zijn op)                     gebruik je : LE,  LA,  L'  of  LES
    préférer (= liever hebben)
    détester  (=haten)          

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Vul het juiste delend lidwoord in:
Ma mère achète____ lait. (m.ev.)
A
des
B
de la
C
du
D
de

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je prends un verre ___ lait. (m.ev.)

A
de la
B
de l'
C
de
D
du

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ tomates.
A
du
B
des
C
de la
D
de l'

Slide 9 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'ai acheté une bouteille ______ Fanta.
A
de
B
de la
C
du
D
des

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je vais acheter _____ oranges.

A
de la
B
du
C
de l'
D
des

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père aime ______ crevettes.
A
des
B
les
C
de la
D
de l'

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai soif. J'ai bu un litre ____ eau.
A
des
B
de la
C
d'
D
de

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Elle boit une tasse ______ café.

A
de la
B
des
C
de l'
D
de

Slide 14 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
Je déteste _______ aubergine.

A
du
B
l'
C
de l'
D
de

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
J'ai besoin d'un peu ____ lait.
A
du
B
de
C
de la
D
de l'

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste delend lidwoord in:
J'achète une bouteille _______ eau minérale.

A
du
B
d'
C
de l'
D
de

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Mon père n'aime pas _____ viande.
(v. ev.)
A
des
B
de l'
C
de la
D
la

Slide 18 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Il préfère __________ plats végétariens.
A
du
B
les
C
de la
D
de l'

Slide 19 - Quizvraag

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu veux aussi _______ soupe? (v. ev. )
A
des
B
de l'
C
de la
D
du

Slide 20 - Quizvraag

Aflsluiting!
We gaan deze quiz door middel van drie vragen afsluiten!

Slide 21 - Tekstslide

Afsluitingsvraag 1
- Welke 4 delende lidwoorden zijn er in het Frans?

Slide 22 - Open vraag

Afsluitingsvraag 2
Na ontkenning/hoeveelheid, verandert een delend lidwoord in....

Slide 23 - Open vraag

Afsluitingsvraag 3
Na werkwoorden aimer, adorer, détester & préférer, gebruik je ....

Slide 24 - Open vraag

Hoe goed ken ik het delend lidwoord in het Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll