BTW: Belasting toegevoegde waarde die niet als kostenpost wordt beschouwd. Exploitatiekosten: Kosten die direct verband houden met de bedrijfsvoering en wel op de exploitatierekening thuishoren. Privéuitgaven: Uitgaven die niet zakelijk zijn en niet in de exploitatiebegroting opgenomen worden. Fiscale winst: De winst die overblijft na het optellen van niet-aftrekbare kosten bij het bedrijfsresultaat. Verspillingen: Uitgaven die niet in verhouding staan tot de verwachte opbrengsten en de winst verlagen. Noodzakelijke kosten: Kosten die essentieel zijn voor het uitoefenen van een bedrijf en aftrekbaar zijn voor de belasting. Opbrengsten: Geld dat binnenkomt als resultaat van de bedrijfsactiviteiten. Ontvangsten: Geld dat binnenkomt, niet als direct gevolg van de bedrijfsactiviteiten. Kosten: Bedragen die meegenomen worden in de berekening van het bedrijfsresultaat. Uitgaven: Geld dat wordt uitgegeven, maar niet direct als kosten worden beschouwd in de exploitatiebegroting.