Karnaval Deutschland

Karnaval Deutschland
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Karnaval Deutschland

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wie wird Karneval in Deutschland oft genannt?
A
Fasching
B
Karnaval
C
Schnapss
D
Bierballet

Slide 3 - Quizvraag

Fasching /Karnaval
Carnaval in Duitsland kent verschillende namen, afhankelijk van de regio. 
In het westen, vooral in Keulen en Düsseldorf, heet het vaak Karnaval. In Zuid-Duitsland (in Beieren en Oostenrijk wordt  Fasching gezegd). Hoewel de namen verschillen, vieren mensen overal het feest met optochten, verkleedpartijen en feesten.

Slide 4 - Tekstslide

In welcher deutschen Stadt findet der größte Karnevalsumzug statt?
A
Frankfurt am Main
B
Berlin
C
Köln
D
München

Slide 5 - Quizvraag

Carnavalsoptocht Köln!
Honderdduizenden bezoekers. Gigantische praalwagens, carnavalsgroepen en muziekkorpsen trekken door de stad. Er worden snoepjes en andere lekkernijen naar het publiek gegooid, wat ‘Kamelle!’ wordt genoemd. 

Slide 6 - Tekstslide

An welchem Tag beginnt offiziell die Karnevalssaison in Deutschland?
A
11. Januar
B
11. Februar
C
11. November
D
11. Dezember

Slide 7 - Quizvraag

11-11
Het carnavalsseizoen begint al maanden voor de eigenlijke festiviteiten. Op 11 november om 11:11 uur komen carnavalsverenigingen bijeen om het seizoen te openen. Vanaf dan wordt alles voorbereid, zoals de verkiezing van de prinscarnaval en de bouw van wagens. De echte vieringen starten pas in februari, in de week voor Aswoensdag. Dit is het begin van de vastentijd voor Pasen.

Slide 8 - Tekstslide

Was ist ein traditioneller Karnevalsgruß in Düsseldorf?
A
Alaaf
B
Prost
C
Helau
D
Grüß Gott

Slide 9 - Quizvraag

Alaaf / Helau
In Keulen roepen mensen tijdens carnaval "Kölle Alaaf!" Dit betekent zoiets als "Keulen boven alles" en wordt gebruikt om elkaar te begroeten. In Düsseldorf  zegt men "Helau!". Deze groeten worden vaak geroepen door het publiek als er wagens langskomen. Het is een belangrijk onderdeel van de carnavalscultuur.

Slide 10 - Tekstslide

Was passiert am Rosenmontag?
A
Die großen Karnevalsumzüge finden statt
B
Die Fastenzeit beginnt.
C
Die Stadt wird mit Luftballons geschmückt.
D
Die Stadt wird mit Rosen geschmückt.

Slide 11 - Quizvraag

Rosenmontag
Een belangrijke dag tijdens het carnaval in Duitsland. Het is een hoogtepunt van de carnavalsvieringen en wordt gekenmerkt door grote optochten met praalwagens, verklede deelnemers en veel muziek en dans.

Slide 12 - Tekstslide

Welche Farbe ist traditionell mit dem Karneval verbunden?
A
blau, orange, schwarz
B
rot, blau, gelb
C
gelb, lila, blau
D
gelb, grün, rot

Slide 13 - Quizvraag

Geel, rood en groen
Vreugde en uitgelatenheid. Deze kleuren zijn vaak te zien in de kostuums, versieringen en feestwagens. In veel steden worden deze kleuren ook gebruikt in de verenigingskleuren van de carnavalsverenigingen. Elk jaar worden nieuwe kostuums en ontwerpen gecreëerd die deze levendige kleuren bevatten om de feestelijke sfeer van het carnaval te benadrukken.

Slide 14 - Tekstslide

Welche typische Süßigkeit wird während des Karnevals gegessen?
A
Krapfen
B
Bratwurst
C
Berliner
D
Bretzel

Slide 15 - Quizvraag

Krapfen/Berliner

Slide 16 - Tekstslide