In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H2 Bevolking en cultuur
2.2 Wat is cultuur?
Cultuur en cultuurgebieden
Slide 1 - Tekstslide
Wat is cultuur?
A
De manier waarop we samen leven
B
Een taal
C
Een geloof
D
De gewoontes van mensen
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet het lichtgroene cultuurgebied?
A
Westerse cultuur
B
Islamitische cultuur
C
Afrikaanse cultuur
D
Orthodoxe cultuur
Slide 3 - Quizvraag
Welk van de onderstaande landen behoort tot de Westerse Cultuur?
A
Rusland
B
India
C
Australië
D
Brazilië
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke cultuur hoort deze foto?
A
Westerse cultuur
B
Islamitische cultuur
C
Latijns-Amerikaanse cultuur
D
Orthodoxe cutluur
Slide 5 - Quizvraag
de belangrijkste kenmerken van een cultuur: taal, godsdienst en gewoonten
een gebied waar mensen met dezelfde cultuurelementen wonen
het door elkaar gebruiken van elementen van verschillende culturen
het overnemen van cultuurelementen uit de cultuur van de Verenigde Staten
Amerikanisering
cultuurgebied
cultuurelementen
cultuurvermenging
Slide 6 - Sleepvraag
In welk cultuurgebied ligt Nederland?
A
Orthodox
B
Latijns-Amerikaans
C
Westers
D
Afrikaans
Slide 7 - Quizvraag
Welke taal spreken mensen in Afrika vaak nog naast hun eigen taal?
A
Nederlands
B
Frans
C
Spaans
D
Engels
Slide 8 - Quizvraag
In het noorden van Canada wonen maar een paar mensen per vierkante kilometer
A
Bevolkingsspreiding
B
Bevolkingsdichtheid
Slide 9 - Quizvraag
In Duitsland wonen de mensen ongelijk over het land verdeeld
A
Bevolkingsspreiding
B
Bevolkingsdichtheid
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een afstotingsfactor?
A
Oorlog
B
Ruimte
C
Werkgelegenheid
D
Veiligheid
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een aantrekkingsfactor?
A
Oorlog
B
Hongersnood
C
Goede scholen
D
Werkloosheid
Slide 12 - Quizvraag
Mijn opa en oma woonden in Rusland. in 1980 moesten ze van de regering verhuizen naar Kazachstan.
A
Economische reden
B
Politieke reden
C
Natuurlijke reden
Slide 13 - Quizvraag
Wij verhuizen volgend jaar naar Noorwegen. Mijn ouders willen daar een bakkerij beginnen.
A
Economische reden
B
Politieke reden
C
Natuurlijke reden
Slide 14 - Quizvraag
Door de droogte in Ethiopië hebben veel mensen hun land verlaten.
A
Economische reden
B
Politieke reden
C
Natuurlijke reden
Slide 15 - Quizvraag
Hoi, ik ben Sanne. Ik ben geboren in Spanje. Mijn ouders en ik zijn drie jaar geleden naar Nederland verhuisd
A
Migrant
B
Emigrant
C
Immigrant
Slide 16 - Quizvraag
He, ik heet Robin. Mijn ouders, broertje en ik woonden in Groningen. Mijn ouders hadden daar een boerderij. Die hebben ze verkocht en nu wonen we in Zweden
A
Migrant
B
Emigrant
C
Immigrant
Slide 17 - Quizvraag
Hoe zijn jonge mensen over Nederland verspreid?
A
Ze wonen voornamelijk in het oosten van het land
B
Ze zijn gelijk verspreid over het hele land
C
Ze wonen voornamelijk in het westen van het land
Slide 18 - Quizvraag
A
rijk land
B
arm land
Slide 19 - Quizvraag
Immigratie =
A
verhuizen naar een ander land
B
naar Nederland toe verhuizen
C
verhuizen
D
vluchten
Slide 20 - Quizvraag
Wat is geen reden om te verhuizen?
A
In jouw land is een grote aardbeving geweest
B
In jouw land is oorlog
C
In jouw land is het altijd koud
D
In jouw land kun je niet genoeg geld verdienen
Slide 21 - Quizvraag
Cultuurelementen zijn...
A
Amerikanisering, religie en taal
B
Taal, religie en gewoonten
C
Geloof, taal en koloniën
D
Cultuurvermenging en cultuurspreiding
Slide 22 - Quizvraag
Welk begrip past hier het beste bij?
A
Cultuur
B
Geloof
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering
Slide 23 - Quizvraag
Dat veel mensen in Suriname de Nederlandse taal spreken is een voorbeeld van ...