In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3:
Energie
Slide 1 - Tekstslide
Programma van de les
Doornemen hoofdstuk 3
Start 3.1
Zelfstandig aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Doornemen hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3: Energie (blz 114 voor H en 120 voor V)
3.1 Energiebronnen
3.2Verwarmen
3.3 Isoleren
3.4 Rendement
Slide 3 - Tekstslide
Doel van de les
De leerling weet wat een energiebron is.
De leerling kent 8 soorten energie.
De leerling kan uitleggen wat het belang van de energietransitie is.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Paragraaf 3.1
De meeste energie die wij op dit moment gebruiken komt uit brandstoffen. Deze brandstoffen zijn fossiele brandstoffen. Dat betekent dat ze gevormd zijn in heel veel jaren, maar ook op kunnen raken.
Die brandstoffen worden in elektriciteit-
centrales gebruikt om energie te maken.
Slide 6 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
1. de wind laat de wieken draaien. De
wieken zitten vast aan een as. het
draait langzaam rond: lagesnelheidsas
2. de tandwielen zorgen er voor dat het
aantal omwentelingen wordt vergroot.
dit zit vast aan de hogesnelheidsas
3. deze as drijft de generator aan
4. de transformator zorgt er voor dat de spanning omhoog wordt getransformeerd naar 10 000 V
Slide 7 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
Als iets beweegt heeft het energie. Een hand die heen en weer zwaait, heeft de energie om de luchtdeeltjes te verplaatsen. Een hamer die heeft de energie om een spijker ergens in te slaan. Deze energie noem je bewegingsenergie. Hoe sneller de beweging, hoe hoger de energie. Maar ook de massa van het voorwerp speelt hierbij een rol.
Slide 8 - Tekstslide
H 3 Zonne-energie
Slide 9 - Tekstslide
Stralingsenergie
wordt gebruikt voor/door:
verwarmen van het aardoppervlak en atmosfeer
fotosynthese
zonnecollector
zonnepaneel
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
LET OP:
ZONNECOLLECTOR:
stralingsenergie --> warmte
ZONNEPANELEN (ZONNECEL):
stralingsenergie --> elektrische energie
Slide 12 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
Stuwdammen wordt aangelegd in
bergachtige gebieden, zo
ontstaat er een diep stuwmeer
Meestal staat er in een stuwmeer ook
een waterkracht centrale.
Water loopt uit het stuwmeer en dat
weglopende water kan elektriciteit opwekken
Slide 13 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
1. Water loopt omlaag via de pijpleidingen
2. Het water brengt de schoepen van een waterturbine in beweging
3. De turbine drijft een generator aan
4. De elektrische energie wordt via het elektriciteitsnet geleverd aan woningen en bedrijven
Slide 14 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
Water bevat zwaarte-energie. Deze zwaarte-energie wordt in een waterkrachtcentrale omgezet in elektrische energie
De hoeveelheid zwaarte-energie hangt af van:
- de massa van het water
- de sterkte van de zwaartekracht ( op aarde altijd 10)
- de hoogte
Slide 15 - Tekstslide
Zwaarte-energie (havo)
m = massa in kilogram
g = 10 N/kg
h = hoogte in meters
Ez = zwaarte-energie in joule
Slide 16 - Tekstslide
voorbeeldje
in een stuwmeer valt er 20 000 kg water van een hoogte van 25 meter. Bereken de zwaarte-energie die hier bij vrijkomt
m = 20 000 kg
g = 10
h = 25 m
Ez = m x g x h
20 000 x 10 x 25 = 5 000 000 J ( 5MJ)
Slide 17 - Tekstslide
Er valt 20 kg water van een hoogte van 2,5 meter. Bereken de zwaarte-energie die hier bij vrijkomt
Slide 18 - Open vraag
Paragraaf 3.1
Je zou ook nog
kunnen denken aan
Kernenergie.
Hoogte-energie wordt
soms ook wel
zwaarte- energie genoemd.
Slide 19 - Tekstslide
Paragraaf 3.1
De energietransitie = overschakelen op klimaat neutralere, duurzamere energiebronnen.
Onze energiesystemen moeten de volgende 4 kenmerken hebben:
1. Duurzame energiebronnen
2. Efficiënt energiemanagement
3. Grootschalige energieopslag
4. Lokale productie van energie
Slide 20 - Tekstslide
Zelfstandig aan de slag
- Bekijk de voorkennis paragraaf. Maak de vragen die je lastig lijken.