3H - 313

Natuurkunde

Op tafel

1 / 16

Slide 1: Tekstslide

NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Natuurkunde

Op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

timer

5:00

Leg je huiswerk open op tafel

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag

Herhaling vorige les.
Wat heeft vermogen met energie te maken?
Goed nieuws.
Overzicht grootheden en eenheden.
HW nakijken
Opdrachten maken

Slide 4 - Tekstslide

Eerder: Vermogen

Het vermogen van een apparaat geeft

aan hoe snel het energie verbruikt.

P = U \cdot I

\frac{​ P ​ ​}{​ U \cdot I ​}

P is het vermogen in Watt (W)

U is de spanning in volt (V)

I is de stroomsterkte in ampère (A)

Slide 5 - Tekstslide

Vermogen

Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

Slide 6 - Tekstslide

Vermogen...

.. geeft aan hoe snel een apparaat energie verbruikt.

... geeft aan hoeveel energie een apparaat in een bepaalde tijd verbruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Vermogen...

.. geeft aan hoe snel een apparaat energie verbruikt.

... geeft aan hoeveel energie een apparaat in een bepaalde tijd verbruikt.

v e r m o g e n = \frac{​ e n e r g i e ​ ​}{​ t i j d ​}

Slide 8 - Tekstslide

Vermogen...

.. geeft aan hoe snel een apparaat energie verbruikt.

... geeft aan hoeveel energie een apparaat in een bepaalde tijd verbruikt.

v e r m o g e n = \frac{​ e n e r g i e ​ ​}{​ t i j d ​}

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

Slide 9 - Tekstslide

Elektrische energie

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

P is het elektrische vermogen in watt W

E is de elektrische energie in joule (J)

t is de tijd in seconde (s)

\frac{​ E ​ ​}{​ P \cdot t ​}

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld

Een elektrische kachel met een vermogen van 2000 W staat

30 minuten aan. Hoeveel energie heeft de kachel verbruikt?

\frac{​ E ​ ​}{​ P \cdot t ​}

Slide 11 - Tekstslide

Elektrische energie

P = \frac{​ E ​ ​}{​ t ​}

P is het elektrische vermogen in watt (W)

E is de elektrische energie in joule (J)

t is de tijd in seconde (s)

\frac{​ E ​ ​}{​ P \cdot t ​}

P is het elektrische vermogen in kilowatt (kW)

E is de elektrische energie in kilowattuur (kWh)

t is de tijd in uur (h)

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld

Een elektrische kachel met een vermogen van 2000 W staat

30 minuten aan. Hoeveel energie heeft de kachel verbruikt?

\frac{​ E ​ ​}{​ P \cdot t ​}

Slide 13 - Tekstslide

Formules

R = \frac{​ U ​ ​}{​ I ​}

G = \frac{​ I ​ ​}{​ U ​}

R = \frac{​ 1 ​ ​}{​ G ​} o f G = \frac{​ 1 ​ ​}{​ R ​}

P = U \cdot I

E = P \cdot t

Slide 14 - Tekstslide

Grootheid

Eenheid

Spanning

volt

Stroomsterkte

Weerstand

Geleidbaarheid

Vermogen

Energie

Letter in de formule(driehoek)

Letter achter je antwoord/meting

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk

Maak opdracht

50 en 53

timer

10:00

Huiswerk

Klaar?

Maak 61 en 64

Slide 16 - Tekstslide

3H - 313

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

3H-313-3H3

3V-313

311

314

506

1.3 Vermogen en Energie

6.5 Elektrische energie

6.5 Elektrische energie