Bijles Hoofdstuk 4 11 december 2020

Bijles Economie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bijles Economie

Slide 1 - Tekstslide

Verschillende opgaves
Nu uit eerste paragrafen hoofdstuk 4 Inkomen
Speciale sommen of onderwerpen graag tijdig aangeven!
Vrijdag 7e lesuur

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel procent stijgt het salaris van een huisarts die directeur van een groot ziekenhuis wordt? Bereken en vul in. Rond af op twee decimalen.

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking
N - O : O x 100
1. 169000,- - 95000,- : 95000,- x 100 = 77,89%
2. 45000,- - 216000,- : 216000,- x 100 = 79,17%

Slide 4 - Tekstslide

Reken uit...
Isar verdiende € 2.780 met zijn baan. Hij kreeg € 85 aan toeslagen.
Onlangs is Isar zijn baan kwijtgeraakt en nu krijgt hij een werkloosheidsuitkering van 75% van zijn laatstverdiende salaris. De verschillende toeslagen zijn toegenomen tot € 325.

Het primaire inkomen van Isar daalt met
.
De WW-uitkering bedraagt
.
Het secundaire inkomen van Isar stijgt met
.
Het totale inkomen van Isar daalt met
.

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking
Primair = € 2700,- (loon met tegenprestatie)
WW = 2780,- : 100 x 75 = € 2085,-
Secundair € 2085,- - € 85,- = € 2000,- + € 325,- = € 2325,-
Daling inkomen is € 2780,- - € 2325,- = € 455,-

Slide 6 - Tekstslide

Kies uit: Nivellering/Denivellering

- Wanneer arm en rijk er in euro’s evenveel op vooruit gaan, is er sprake van .
- Wanneer het belastingpercentage van mensen met een hoog inkomen wordt verlaagd, is er sprake van .
- Wanneer de inkomensverschillen naar verhouding groter worden, is er sprake van .
- Wanneer de toeslagen voor mensen met lage inkomens stijgen, maar voor mensen met hoge inkomens niet, is er sprake van .

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerking
1. Nivellering (huisarts 100000,- schoonmaker 30000 +1000,- in procenten stijging schoonmaker
2. Denivellering
3. Denivellering
4. Nivellering

Slide 8 - Tekstslide

vraag 2 stel belastbaar inkomen is € 25000. Wat houdt hij dan over?

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking
1. € 19910,- x 36.55% = € 7277,11
€ 19910,- - € 7277,11 = € 12632,89
2. € 19922,- x 36,55% = € 7281,49
€ 25000,- - € 19922,- = € 5078,- x 40,4% = € 2051,51
€ 25000,- - € 9333,00 = € 15667,-

Slide 10 - Tekstslide

Welke is juist, bereken!
Mamoud werkt als afdelingsleider in een warenhuis. Hij verdient 1,5 keer zoveel als de verkopers. Erol is een verkoper, hij verdient € 1.800 per maand, net als alle andere verkopers. Erol krijgt € 45 loonsverhoging per maand. Mamoud krijgt 1,5% loonsverhoging.

Welke bewering is juist?

A Er is sprake van nivellering
B Er is sprake van denivellering
C De verhouding tussen de salarissen blijft gelijk








Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking
Erol verdient € 1800,- 
Mamoud 1,5x zoveel dus € 1800,- x 1,5 = € 2700,-
Erol krijgt € 45,- erbij = € 1845,-
Mamoud krijgt er 1,5% bij, dus € 2700 : 100 = x 1,5 = € 2740,-
€ 1845,- x 1,5 = € 2767,50 dus nivellering

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Uitwerking
Inkomen is € 2100,- x 12 = € 25200,-
aftrekbaar hyp rente = 12 x € 450,- = € 5400,-
€ 25200,- - € 5400,- = € 19800,-
1e schijf € 19922,= x 36,55% = € 7281,49
2e schijf € 19922 - € 19800,- x 40,4% = € 49,29

Totaal betaalt ze aan belasting € 7281,49 + € 49,29 = € 7330,78

Slide 14 - Tekstslide