diversiteit

Zorg en Welzijn: diversiteit 
Hoofdstuk 2, blauwe boek
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Zorg en Welzijn: diversiteit 
Hoofdstuk 2, blauwe boek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat wordt verstaan onder diversiteit
Je kunt uitleggen welke communicatieproblemen kunnen ontstaan door diversiteit
Je kunt uitleggen waar je rekening mee moet houden in de communicatie met anderstaligen / mensen uit een andere cultuur 

Uit de agenda:
Je toont specifieke kennis rondom diversiteit aan
Je toont basiskennis rondom: Christendom, Jodendom en Islam aan

Slide 2 - Tekstslide

Wat is diversiteit?

Slide 3 - Woordweb

Diversiteit 
Diversiteit betekent verscheidenheid. Het gaat om alle aspecten waarin mensen van elkaar verschillen, denk aan: cultuur, afkomst, sekse, taal, leefstijl, religie (geloof)

Slide 4 - Tekstslide

Iemand is of man of vrouw. Meer smaken zijn er niet
JA
NEE

Slide 5 - Poll

Sekse en gender
Sekse is hoe je geboren bent: als jongen of als meisje (biologisch gezien)
Seksuele voorkeur: hetero's vallen op het andere geslacht, homo's op hetzelfde geslacht, als je bi bent val je op beide
Genderidentiteit: LHBTIQ+

Slide 6 - Tekstslide

Milieu: waar kom je vandaan?
Woonmilieu: stad/ dorp, flat/ villa, koophuis/ huurhuis, arm/ rijk
Leefstijl: manier van leven: gezond/ ongezond (bewegen), werk, vrije tijd, ontspanning, sociale kring
Omgeving is van grote invloed op je ontwikkeling 
Aandachtpunt: heb geen vooroordelen. Ieder kind verdient gelijke kansen   

Slide 7 - Tekstslide

Culturele verschillen
Niet alleen landgebonden, ook regionaal (Hollanders/ Limburgers)
In grote steden wonen veel verschillende culturen bij elkaar 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Waarom kun je in Spanje of Italië beter niet het 'Rock on!' gebaar maken naar iemand?

Slide 11 - Open vraag

Invloed op communicatie
Nederlanders: inhoud staat centraal, niet de relatie
Nederlanders communiceren heel direct, in de landen om ons heel is dat heel anders 
Niet overal praat men graag over persoonlijke problemen
Men gebruikt bloemrijke taal (omschrijvend)

Slide 12 - Tekstslide

Communicatiestoornis
Niet in staat zijn om adequaat (goed) te communiceren als gevolg van schade aan een lichaamsfunctie (denk aan hersenletsel, doofheid)
Je past de communicatie aan aan de beperking (meer non-verbaal of juist meer verbaal)
Bij kinderen: langzaam en duidelijk spreken 

Slide 13 - Tekstslide

Aandachtspunten 
Heb een open, belangstellende houding
Ga niet uit van vanzelfsprekendheden
Geef geen waardeoordeel / mening
Wees vriendelijk, positief, respectvol
Spreek zelf goed Nederlands
Humor is cultuurgebonden 
Let op met oogcontact, aanraking 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht tijdens de les
Maak een poster/ powerpoint over 
Christendom
Islam 
of Jodendom
kies iets waar je het minste over weet. Deel dit vervolgens met de groep.

Slide 15 - Tekstslide

Einde van de les: ga naar mijnthieme.nl en maak indien nog niet gemaakt hoofdstuk 2.5 en maak de opdrachten die horen bij 'rekening houden met diversiteit'

Slide 16 - Tekstslide

HJGGV


Afnamecode: fng-435

Slide 17 - Tekstslide