V1 semanas 1-3 capítulo 2

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

¡Hola chic@s!

bienvenidos a la clase de español 

de viernes 25 de octubre

el programa de hoy

(05) Comenzar la clase + objetivos

(05) Studiewijzer cap. 2

(08) introducción cap. 2

(10) ejercicio 3

(08) ejercicio 4

(05) Terminar la clase

Objetivos de la clase de hoy 

Aan het einde van de les...

• Begrijp ik het gesprekje tussen Susana en Merche die elkaar leren kennen
• Kan ik Spaanse woorden uit het gesprekje met de Nederlandse vertaling combineren

Studiewijzer

Capítulo 2 En camino

El camino de Santiago

De Kathedraal van Santiago de Compostela is de rustplaats van de heilige Jakobus. Veel mensen komen hier om hem te herdenken

Corregir ejercicio 2, pág 33 WB

Respuestas:

1. Banco
2. Hospital
3. Biblioteca
4. Supermercado
5. Panadería
6. Tienda de ropa

Ejercicio 3, pág 34 WB y pág 19 TB

Respuestas:

•  

1. Madrid
2. Voor het huis van Susana in Betanzos
3. Het gaat over de ontmoeting, ze kennen elkaar niet

•  
• b, d, e, f, h
•  

1. 20
2. Ze zijn buren
3. De supermarkt
4. Ze gaan naar rechts, a la derecha = rechts
5. Om samen naar de supermarkt te gaan

Ejercicio 4, pág 34 WB y pág 19 TB

• Ahora tú
• Haz ejercicio 4

• ¿Terminado? Corrige con hoja de respuesta

Deberes para la próxima clase:

                BUEN FIN DE SEMANA

                        

Af hebben ejercicios 3 y 4

&

Leren vocabularo 2.1 van Spaans > Nederlands    (wb pág. 55) 

¡Hola chic@s!

bienvenidos a la clase de español 

de miércoles 6 de noviembre

el programa de hoy

(05) Comenzar la clase + objetivos + herhalen regels

(03) Corregir ejercicio 4

(03) Ejercicio 5

(10) Ejercicio 6

(10) Ejercicio 7

(06) Ejercicio 9

(15) Ejercicio 10

(04) Ejercicio 11

(05) Terminar la clase

Objetivos de la clase de hoy 

Aan het einde van de les...

• Begrijp ik de audio waarin Merche en Susana op weg gaan naar de supermarkt
• Begrijp ik een internet pagina die gaat over Betanzos
• Ken ik bijvoeglijke naamwoorden links en rechts in het Spaans
• ken ik de voorzetsels tegenover en naast in het Spaans
• Kan ik mijn klasgenoot vragen naar gebouwen in zijn straat
• Kan ik mijn klasgenoot vertellen over gebouwen in mijn straat

Reglas en la clase

• Je hebt je boeken bij je!!!
• Je helpt elkaar
• Je luistert als dat van je verwacht wordt
• Praat niet door elkaar heen, dat wordt een chaos
• Heb ik last van je, waarschuw ik je 1x, daarna verplaats ik je en als laatste vraag ik je even op de gang te zitten
• Heb ik daarna nog steeds last van je dan stuur ik je de les uit, ga je conciërges helpen en na de les even samen in gesprek  

Corregir ejercicio 4, pág 34 WB y pág 19 TB

Respuestas

1. b
2. a
3. d
4. c
5. f
6. e 

•  

1. delante de
2. te llamas
3. vives
4. ¿Dónde está?
5. Cerca
6. Al lado 

Ejercicio 5, pág 35 WB y pág 19 TB

Respuestas:

1. Voor de school
2. De supermarkt
3. De supermarktmedewerker

Ejercicio 6ab, pág 35 WB y pág 19 TB

Respuestas:

1. Voor de school
2. Niet
3. Lopen ze door
4. Een vriend

•  
• 1b, 2c, 3a, 4d

Ejercicio 6cd, pág 35 WB y pág 19 TB

Respuestas:

1. f
2. f
3. v
4. v

•  

1. b
2. b
3. a
4. a

Ejercicio 7, pág 36 WB y pág 20 TB

• Ahora tú
• Haz ejercicio 7

• ¿Terminado? Corrige con hoja de respuestas
• Haz ejercicio 9 

Ejercicio 9, pág 37 WB

¿Qué significa ...?

• Links -> a la izquierda de ...
• Tegenover -> enfrente de ...
• Naast -> al lado de ...
• Rechts -> a la derecha de ...

Ejercicio 10ab pág 37

Respuestas

• 18: la casa
• 16: el banco
• 14: la tienda de ropa
• 19: la panadería
• 17: el cine
• 15: el supermercado
•  

1. al lado de
2. a la izquierda de 
3. al lado de 
4. enfrente de
5. a la izquierda del

Ejercicio 10cd, pág 38

• Ahora tú
• Maak bij C zelf een straat! Vul de gebouwen van A in en een huisnummer

• ¿Terminado?
• Voer het gesprekje van D samen met je klasgenoot 
• Stel vragen zoals het voorbeeld
• Zet de gebouwen op de juiste plek. Kijk het samen na
• Wissel van rol

Ejercicio 12a, pág 39 wb y pág 76 TB

• Ahora haz 12
• Weet je de vervoeging even niet meer? Kijk op pág 76 TB
•  
• ¿Terminado? Corrige con hoja de respuestas 
• Bestudeer gramática D pág 21 TB

Deberes para la próxima clase

• Ejercicios 5 t/m 10 af hebben

• Maak ejercicio 11 y 12

• Leren voca 2.2 (wb blz 55) 

¡Hola chic@s!

bienvenidos a la clase de español 

de viernes 8 de noviembre

el programa de hoy

(05) Comenzar la clase + objetivos

(05) Corregir ejercicio 12

(10) Uitleg estar

(08) Ejercicio 13

(08) Ejercicio 14

(05) Terminar la clase

Objetivos de la clase de hoy 

Aan het einde van de les...

• weet ik wat het werkwoord estar is
• Ken ik de vervoegingen van het werkwoord estar
• Kan ik de vervoegingen van estar gebruiken in de zinnen

Corregir ejercicio 12a, pág 39 wb

Respuestas:

• Soy - ik ben
• Eres - jij bent
• Es - hij/zij/u bent
• Somos - wij zijn
• Sois - jullie zijn
• Son - zij zijn

Corregir ejercicio 12b, pág 39 wb

Respuestas:

1. es
2. son
3. es
4. es
5. sois
6. eres

• 
  

Corregir ejercicio 12c, pág 39 wb

Respuestas:

1. eres
2. somos
3. es
4. son
5. somos
6. soy

El verbo estar, pág 21 TB

Ejercicio 13b, pág 39 WB y pág 21 TB

Respuestas:

1. b
2. b
3. a
4. b
5. b
6. a

Ejercicio 13c, pág 40 WB y pág 21 TB

Respuestas:

• Está
• Están
• Están
• Estoy
• Está
• Estamos

Ejercicio 14, pág 40 WB y pág 21 TB

• Ahora tú
• Haz ejercicio 14

• ¿Terminado? Corrige con hoja de respuestas 

Kijk goed naar het onderwerp in de zin!

Deberes para la próxima clase

• Ejercicios 13 y 14 af hebben

• Maak ejercicio 15

• Leren voca 2.3 (wb blz 55) + gramática D pág 21 TB

SO vrijdag 15 november:

• voca 2.1 t/m 2.3 
• werkwoord estar 
• frases clave E Nls->Spa blz 21 TB

¡Buen fin de semana!

¡Hola chic@s!

bienvenidos a la clase de español 

de miercoles 13 de noviembre

el programa de hoy

(05) Comenzar la clase + objetivos

(08) Repasar Estar + Corregir ejercicio 15

(08) Repasar vocabulario

(10) Frases clave E + ejercicio 16

(10) Ejercicio 19

(10) Ejercicio 20

(15) Ejercicio 22

(10) Ejercicio 23

(05) Terminar la clase

Objetivos de la clase de hoy 

Aan het einde van de les...

• Kan ik met mijn klasgenoot een gesprekje voeren over de stad
• Begrijp ik het gesprek tussen Merche en Susana in de supermarkt
• Begrijp ik een tekst waarin Mateo vragen stelt over de stad Betanzos
• Begrijp ik het omroepbericht van het busstation

El verbo estar, pág 21 TB

Corregir ejercicio 15a, pág 40/41 WB

1. Álvaro está delante de los tomates
2. El supermercado está a la derecha
3. La panadería está al lado del instituto
4. Merche y Susana están en el instituto

Corregir ejercicio 15b, pág 41 WB

1. Er zijn twee bakkers in het centrum
2. De kledingwinkel is dichtbij de bank
3. Er is een kledingwinkel in Betanzos
4. De bioscoop en de school bevinden zich aan de rechterkant

Repasar voca 2.1 + 2.2 + 2.3 + frases clave

• Hay
• Me gusta
• La casa
• El fin de semana
• Mañana
• ¡Hasta mañana!
• La farmacia
• Enfrente de
• Ik zoek de school

• Los pasteles
• La manzana
  
• El carne
• A la izquierda
• Al lado de 
• Quiero
• La calle
• ¡Qué pena!
• het is rechtdoor

• Aqui tienes
• Gracias
  
• ¿Algo más?
• Adios
• Por favor
• La madre
• El padre
• El camino
• vind je winkelen leuk?

Frases clave, pág 21 TB

Ejercicio 16c, pág 42 WB y pág 21 TB

• Ahora tú
• Habla con tu compañer@
• Wissel ook van rol 

Ejercicio 19ab, pág 44 WB y pág 22 TB

1. In de supermarkt
2. Een supermarkt van binnen,  winkelende klanten en de visafdeling (inktvis)

•  

1. Chocolade
2. Twee
3. Wie haar vriendin is
4. Bij de kassa
5. Meer

Ejercicio 19cd, pág 44 WB y pág 22 TB

• A, c, e, g
•   
• Chocola
• Dos kilos de patatas
• Pan
• Un kilo de bacalao

Ejercicio 20, pág 44 / 45 WB y pág 22 TB

• Ahora tú
• Zoek eerst de vertaling op van de zinnen van bron F
• Daarna voer je een kort gesprekje samen met je compañer@
• Wissel ook van rol

 

• Kijk op blz 73 voor de getallen 0 t/m 20

 

• ¿Terminado? Corrige con hoja de respuestas y haz ejercicio 22

Ejercicio 22, pág 46 WB y pág 23 TB

• Ahora lee (lees) el texto H
• Haz ejercicio 22

• ¿Terminado? Corrige con hoja de respuesta

Ejercicio 23a, pág 46 WB

• De viswinkel - la pescadería
• Het winkelcentrum - el centro comercial
• De bushalte - la parada de autobús
• De bakker - la panadería
• De bus - el autobús
• De supermarkt - el supermercado
• De kledingwinkel - la tienda de ropa 

Ejercicio 23b, pág 46 WB

• 12 - Betanzos - 11u - X
• 15 - Toledo - X - 3
• 11 - Granda - X - 1

Deberes para la próxima clase

SO vrijdag 15 november:

• voca 2.1 t/m 2.3 
• werkwoord estar 
• frases clave E Nls->Spa blz 21 TB