W14 WI 1M H7 Les 1

Gelijk- en nietgelijksoortige termen

Blz. 71/72
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gelijk- en nietgelijksoortige termen

Blz. 71/72

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vorige les geleerd?
  • Hoe je letters kan vermenigvuldigen.

Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?
4x6y

Slide 3 - Open vraag


7a2b

Slide 4 - Open vraag


10xy

Slide 5 - Open vraag


4x7y

Slide 6 - Open vraag


2x2y3z

Slide 7 - Open vraag

De laatste...
5x3x
A
15x
B
15x2
C
15xx
D
Kan niet

Slide 8 - Quizvraag

Wat leer je deze les?
  • Wanneer je letters wel en niet bij elkaar kan optellen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe tel je letter bij elkaar op?
Voorbeeld:
Janine heeft 3 appels. Kees heeft 5 appels. Hoeveel appels hebben Janine en Kees samen?
3 appels + 5 appels = 8 appels
Als we het woord appels vervangen door alleen de letter a kunnen we het nog korter opschrijven, namelijk:
3a + 5a = 8a

Slide 10 - Tekstslide

Hoe tel je letter bij elkaar op?
Bij letters optellen moet je dus alleen de getallen optellen en de letter er gewoon achter plakken.

4a + 7a = 11a
5b + 8b = 13b
9x + 8x = 17x
4y + 5y +2y = 11y

Slide 11 - Tekstslide

Hoe tel je letter bij elkaar op?
Dit geldt ook voor dezelfde combinatie van letters.
Bijvoorbeeld:

6ab + 8ab = 14ab
2xy + 5xy = 7xy
4ac + 5ac + 9ac = 18ac

Slide 12 - Tekstslide

Wat als letters niet hetzelfde zijn?
Letters kan je alleen bij elkaar optellen als ze hetzelfde zijn. Als de letters anders zijn dan schrijf je gewoon op dat het niet kan!

5a + 6b = kan niet
a en b zijn andere letters dus je kan ze niet optellen!

Slide 13 - Tekstslide

Wat als letters niet hetzelfde zijn?
Dit geldt ook voor verschillende lettercombinaties.

4ab + 7ac = kan niet
3xy + 9xz = kan niet
5xy + 6xy = 11xy

Slide 14 - Tekstslide

Wat als letters niet hetzelfde zijn?
Als er bij een cijfer geen letter staat en bij de andere wel dan kan je ze ook niet optellen.

6 + 7p = K.N.
5x + 9 = K.N.
4a + 6 = K.N.

K.N. is de afkorting van kan niet. 

Slide 15 - Tekstslide

Heb je het begrepen?
Ik ga je een aantal vragen stellen om te controleren of je het hebt begrepen.

Slide 16 - Tekstslide


6a+7a
A
15a
B
13a
C
Kan niet
D
13a2

Slide 17 - Quizvraag


9a+5b
A
14ab
B
13ab
C
15ab
D
Kan niet

Slide 18 - Quizvraag


15ab+4ab
A
19ab
B
18ab
C
19ab2
D
Kan niet

Slide 19 - Quizvraag


7+3x
A
10x
B
10x2
C
9x
D
Kan niet

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht:
53, 56, 57 en 59

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
  • Wanneer je letters wel en niet bij elkaar kan optellen.

Slide 22 - Tekstslide

Einde!!
Even controleren
Heb jij opdracht 53, 56, 57 en 59 gemaakt en nagekeken?


Je bent klaar met les 1!

Slide 23 - Tekstslide