In Europa: Industriële Revolutie: stoommachines uitgevonden, maar niet iedereen rijk! -> arbeidersklasse
In Nederland: Patriotten in opstand -> Bataafse republiek
Daarna:
1810: Napoleon maakt Nederland Franse kolonie
1815: Napoleon verslagen, Noord en zuid samen
1830: Noord en zuid los -> ontstaan België
Slide 3 - Tekstslide
Paragraaf 29: Historische achtergrond
Verlichting wordt opgevolgd door Romantiek ->
Medio 19e eeuw: opkomst realisme naast Romantiek
Eind 19e eeuw: Romantiek/Realisme -> Fin de siècle
Slide 4 - Tekstslide
Paragraaf 21: De Romantiek
Overgang Verlichting -> Romantiek
Bijna alles wat de Verlichting niet was: Romantisch had in de 18e eeuw als betekenis: overdreven, vergezocht, fantastisch
Let op, dit geldt niet voor de Romantiek:
Dat meer mensen ineens verliefd op elkaar werden
Dat mensen meer liefdesverhalen schreven
Slide 5 - Tekstslide
De Romantiek en kunst
Kunst gericht op gevoeligheid, verbeeldingskracht, individualisme en originaliteit
Kunst in essentie lyrisch (=gevoelig) ipv didactisch
Als vorm van escapisme -> werd gebruikt om aan de wereld van 'nu' te ontsnappen: naar de toekomst, exotische landschappen, naar het bovennatuurlijke en het religieuze
Centraal is de natuur -> direct tegenover het industriële
Slide 6 - Tekstslide
De Romantiek en kunst
Kunst moest:
Origineel zijn
Persoonlijke opvattingen van de kunstenaar bevatten
Kunstenaars zijn bohèmiens: artistieke figuren die er anders uitzien en zich anders gedragen dan de doorsnee mensen
en revolutionair
Slide 7 - Tekstslide
De Verlichting
Rationalisme
Classicisme
Didactisch
Draait om het collectief (maakbare samenleving)
De Romantiek
Gevoeligheid
Verbeeldingskracht
Individualistisch
Origineel
Natuurlijk
Slide 8 - Tekstslide
De Romantiek en wetenschap
De interesse in het natuurlijke leidt tot nieuwe takken van wetenschap:
Antropologie
Vergelijkende taalwetenschap
Muziekwetenschap
Literatuurwetenschap
Slide 9 - Tekstslide
De Romantiek vs nu
Kunst is nu ook nog romantisch -> gericht op individuele gevoelens en gedachten van de kunstenaar
Ook originaliteit wordt nog steeds gewaardeerd
Betekenis romantisch nu anders -> meer op liefde gericht
Slide 10 - Tekstslide
Paragraaf 32: Romantiek in de literatuur
Nadruk op gevoel
Reactie op het rationalisme
Sensucht en weltschmerz: droefgeestigheid en een romantisch verlangen naar een onbereikbaar geluk
Antirationalisme leidt tot nieuwe belangstelling voor het geloof -> eigen verhouding tot God
Slide 11 - Tekstslide
Nieuwe genres
Het escapisme als tegenreactie op rationalistische karakter van de Verlichting leidt tot het ontstaan van de volgende genres:
De historische roman (Sir Walter - Ivanhoe)
De griezelroman (Mary Shelley - Frankenstein)
Science-fiction (Jules Vernes)
Het detectiveverhaal (Edgar Allan Poe)
Geschreven sprookjes (Gebroeders Grimm)
Slide 12 - Tekstslide
Paragraaf 33: Het realisme
Als tegenreactie op het lieflijke, sentimentele en fantastische van de Romantiek
Zochten inspiratie uit het alledaagse (eerst van de middenklasse, daarna ook het arbeidersleven)
Leidt tot de 'klassieke roman'
Romantische schrijvers: Haverschmidt en Multatuli
Realistische schrijvers: Nicolaas Beets en Guido Gezelle
Slide 13 - Tekstslide
Aan de slag
Lees de paragrafen 29, 30, 32 en 33
Maak de opdrachten: 32.1, 32.2 en 33
Klaar? Lees door in Reize door het Aapenland
Slide 14 - Tekstslide
Literatuur in de 19e eeuw: De Romantiek
Slide 15 - Tekstslide
Romantiek en literatuur: nieuwe tendensen
Nieuwe belangstelling voor geloof:
Persoonlijke verhouding mens - Opperwezen
Geloof in zelf/eigen hart zoeken
Geloof in ongerepte natuur zoeken
Inspiratie uit middeleeuwse literaturen van West-Europa
Herleving genres als sprookjes en ballades
Escapisme
Slide 16 - Tekstslide
Griezelroman
Komt voort uit gothic novel
Gebaseerd op irrationele angsten
Bekendste voorbeeld: Frankenstein - Mary Shelley
En: Edgar Allan Poe
Historische roman
Authentieker dan de gothic novel
Realistischer, maar nog wel een geromantiseerd beeld
Slide 17 - Tekstslide
Science-fiction
Onbekende mogelijkheden wetenschap en techniek
Vaak structuur van imaginair reisverhaal
Bekendste schrijver uit 19e eeuw: Jules Vernes (bijv. 80 dagen rond de wereld)
Het sprookje
Jarenlang mondeling overgeleverd
Nu ook opgeschreven, bijvoorbeeld door gebroeders Grimm
Zelf bedachte sprookjes: cultuursprookjes
Slide 18 - Tekstslide
Tegenreactie: het realisme
Medio 19e eeuw: realisme
Reactie op lieflijke, sentimentele en fanatieke kant van de Romantiek
Gebaseerd op de realiteit van alle dag: leven van middenklassers en arbeiders
Slide 19 - Tekstslide
Paragraaf 34: Nicolaas Beets (Hildebrand)
Leidse theologiestudent Camera Obscura (1839)
Een van de populairste werken van onze literatuur
Titel: voorloper van het fototoestel ->biedt 'kijkje' in het leven
Satirisch beeld van de Hollandse burgerij uit de 19e eeuw
portretteren leden van deze stand
schapen onvergetelijke figuren
Ik-figuur Hildebrand: kan niks fout doen
Slide 20 - Tekstslide
Paragraaf 35: Francois
Haverschmidt (Piet Paaltjens)
Ook een theologiestudent
Bedacht 'Piet Paaltjens' -> een door hem verzonnen dichter
Schreef het bundeltje Snikken en grimlachjes
Lag voortdurend met zichzelf overhoop
Dubbele betekenis van zijn gedichten:
grappige parodieën op overdreven romantische poëzie en