herhaling 3.1,2,3 deel

herhalen van 4.1 en 4.2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

herhalen van 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat is géén voorbeeld van een energiebron?
A
Licht
B
Wind
C
Voeding
D
Aardgas

Slide 2 - Quizvraag

Wat verandert er bij de Wet van behoud van energie?
A
Niks
B
De hoeveelheid energie
C
De soort energie

Slide 3 - Quizvraag

Bij een exotherme reactie bevatten de beginstoffen ...... dan de reactieproducten (vul in)
A
minder energie
B
meer energie
C
evenveel energie

Slide 4 - Quizvraag

Het condenseren van waterdamp is een...
A
exotherm proces
B
endotherm proces

Slide 5 - Quizvraag

Is dit energiediagram van een endotherme of exotherme reactie?
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 6 - Quizvraag

Bij een endotherme reactie wordt de temperatuur voor en na de reactie gemeten. Voor de reactie is de temperatuur 20°C, wat is de temperatuur na de reactie?
A
Dat is afhankelijk van de soort stof
B
20°C
C
Hoger dan 20°C
D
Lager dan 20°C

Slide 7 - Quizvraag

Maak de volgende zin af: Bij de verbranding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte onttrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte onttrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet de energie die opgeslagen zit in vrijwel alle chemische stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie

Slide 9 - Quizvraag

Effectieve botsing
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig. Als moleculen van de beginstoffen met voldoende snelheid en op de juiste plek tegen elkaar botsen vindt er een chemische reactie plaats. 

Slide 10 - Tekstslide

Katalysator
Katalysator zorgt ervoor dat Eact wordt verlaagd.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.

Slide 12 - Quizvraag

Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator

Slide 13 - Quizvraag

De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de invloed van de concentratie azijnzuur op de hoeveelheid gasbelletjes?
A
een hogere concentratie azijnzuur --> minder belletjes
B
een hogere concentratie azijnzuur --> meer belletjes
C
concentraties azijnzuur -> geen invloed op de hoeveelheid belletjes

Slide 15 - Quizvraag

Wat is maar op een specifieke reactie van toepassing
A
een katalysator
B
de verdelingsgraad
C
de temperatuur
D
de concentratie

Slide 16 - Quizvraag

De reactiesnelheid is lager bij
A
Fijne verdelingsgraad
B
Minder fijne verdelingsgraad
C
Verdelingsgraad is niet van invloed

Slide 17 - Quizvraag