In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
herhalen van 4.1 en 4.2
Slide 1 - Tekstslide
Wat is géén voorbeeld van een energiebron?
A
Licht
B
Wind
C
Voeding
D
Aardgas
Slide 2 - Quizvraag
Wat verandert er bij de Wet van behoud van energie?
A
Niks
B
De hoeveelheid energie
C
De soort energie
Slide 3 - Quizvraag
Bij een exotherme reactie bevatten de beginstoffen ...... dan de reactieproducten (vul in)
A
minder energie
B
meer energie
C
evenveel energie
Slide 4 - Quizvraag
Het condenseren van waterdamp is een...
A
exotherm proces
B
endotherm proces
Slide 5 - Quizvraag
Is dit energiediagram van een endotherme of exotherme reactie?
A
Endotherm
B
Exotherm
Slide 6 - Quizvraag
Bij een endotherme reactie wordt de temperatuur voor en na de reactie gemeten. Voor de reactie is de temperatuur 20°C, wat is de temperatuur na de reactie?
A
Dat is afhankelijk van de soort stof
B
20°C
C
Hoger dan 20°C
D
Lager dan 20°C
Slide 7 - Quizvraag
Maak de volgende zin af: Bij de verbranding van hout…
A
komt warmte vrij, dus het is een exotherme reactie.
B
wordt warmte onttrokken, dus het is een endotherme reactie.
C
wordt warmte onttrokken, dus het is een exotherme reactie.
D
komt warmte vrij, dus het is een endotherme reactie.
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet de energie die opgeslagen zit in vrijwel alle chemische stoffen?
A
Reactie energie
B
Onzichtbare energie
C
Nucleaire energie
D
Chemische energie
Slide 9 - Quizvraag
Effectieve botsing
Voor een reactie is een effectieve botsing nodig. Als moleculen van de beginstoffen met voldoende snelheid en op de juiste plek tegen elkaar botsen vindt er een chemische reactie plaats.
Slide 10 - Tekstslide
Katalysator
Katalysator zorgt ervoor dat Eact wordt verlaagd.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.
Slide 12 - Quizvraag
Welk van de methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan niet worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad
B
Concentratie
C
Temperatuur
D
Katalysator
Slide 13 - Quizvraag
De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge temperatuur
B
Lage temperatuur
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de invloed van de concentratie azijnzuur op de hoeveelheid gasbelletjes?
A
een hogere concentratie azijnzuur --> minder belletjes
B
een hogere concentratie azijnzuur --> meer belletjes
C
concentraties azijnzuur -> geen invloed op de hoeveelheid belletjes
Slide 15 - Quizvraag
Wat is maar op een specifieke reactie van toepassing