Financiering zorg

Financiering van zorg 

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Financiering van zorg 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
1. De student kan benoemen waar de kosten in de zorg uit bestaan.
2. De student kan uitleggen hoe de zorg gefinancierd wordt.
3. De student kan samenvatten waar de ondersteuning die valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 voor zorgvragers uit bestaat.
4. De student begrijpt de moeilijkheden die kunnen optreden bij de verstrekking van zorg via de WMO.
5. De student kan uitleggen wanneer de zorgvrager in aanmerking komt voor persoonsgebonden budget of zorg in natura.

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel denk jij dat de zorg in Nederland per jaar kost?

Slide 3 - Open vraag

Wat spendeert Nederland aan zorg? (2019)
A
1 miljard euro
B
10 miljard euro
C
80 miljard euro
D
100 miljard euro

Slide 4 - Quizvraag

In 2018 77,2 miljard
In 2019 80,9 miljard


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Noem de 4 wetten die de financiering van zorg regelen

Slide 7 - Open vraag

Wetten die de financiering van zorg regelen

ZVW- Zorgverzekeringswet
WMO- Wet maatschappelijke ondersteuning
WLZ  - Wet langdurige zorg
Jeugdwet

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waarom is het goed om na te gaan of een cliënt een indicatie heeft van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)?
A
omdat een client dan een behandeling of ondersteuning vergoed kan krijgen
B
omdat de client dan - als hij dat wil - kan kiezen voor een andere zorgverlener
C
omdat de client dan voorrang krijgt bij specifieke zorg
D
omdat de client dan recht heeft op al deze zaken

Slide 14 - Quizvraag

CIZ
- Om zorg vanuit de CIZ te krijgen, heb je altijd een indicatiebesluit nodig. Hierin staat welke zorg je nodig hebt.
Je krijgt dit besluit van het CIZ.
- Als je zorg nodig hebt, vraag je dit dus aan bij het CIZ.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Stellingen
WAAR (groen) OF NIET WAAR (rood)

Ga allemaal staan

Slide 18 - Tekstslide

1. Waar / Niet waar
De meeste zorgkosten worden betaald uit belastingen en premies voor de ziektekosten

Slide 19 - Tekstslide

2. Waar / Niet waar
De inhoud van de basisverzekering staat voor meerdere jaren vast

Slide 20 - Tekstslide

3. Waar / Niet waar
Via de zorgtoeslag krijg je van de zorgverzekeraar een deel van je premie terug

Slide 21 - Tekstslide

4. Waar / Niet waar
De opvang van slachtoffers van huiselijk geweld wordt geregeld vanuit de WMO

Slide 22 - Tekstslide

5. Waar / Niet waar
Als een zorgvrager een scootmobiel nodig heeft, is de gemeente vanuit de WLZ verplicht dit te regelen

Slide 23 - Tekstslide

6. Waar / Niet waar
Een zorgvrager die gebruik wil maken van de WLZ, moet een indicatie aanvragen bij het CIZ

Slide 24 - Tekstslide

7. Waar / Niet waar
De Jeugdwet geldt voor kinderen en jongeren tot 21 jaar

Slide 25 - Tekstslide

8. Waar / Niet waar 
Zorg in natura is zorg in de vorm van hulp- en ondersteuningsmiddelen

Slide 26 - Tekstslide

9. Waar / Niet waar
Met een PGB kan een zorgvrager zelf zorgverleners inhuren

Slide 27 - Tekstslide

10. Waar / niet waar
Een zorgvrager moet een keuze maken tussen een PGB en Zorg in natura

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide