5.1 Lekker lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 5.1 lekker lezen
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz 209.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kan je belangrijke informatie halen uit een tekst 

- heb je nieuwe moeilijke woorden geleerd

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 42 op blz 198.

Lars & Daan

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Angelo, Jules, Philip, Vince, Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

-

Mini-check

Geen mini-check deze les. 

Iedereen doet mee met de les. 

Helma Camp:

Het comavirus

BLOK 5:  fictie 

edition.thiememeulenhoff.nl

fatale

relaxed

symptomen

exacte

geïsoleerde

reputatie

antroloploog

kunstgalerie

ruimte waarin kunst bekeken en verkocht kan worden

wetenschapper die kijkt hoe mensen leven

met dodelijke afloop

afgesloten van de omgeving / afgezonderde

ontspannen

de goede of slecte naam waaronder iemand bekend is

dingen waar je last van hebt bij een bepaalde ziekte

precieze

Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal?

1. de opa van Stefan
2. Stefan
3. Ruben

Van een hoofdpersoon kom je te weten wat hij denkt en voelt.

1. goed
2. fout

Uit deze zin kun je opmaken wat de hoofdpersoon denkt of voelt:

Vakantie zal het zeker niet worden, dacht Stefan. (regel 23)

1. goed
2. fout

Uit deze zin kun je opmaken wat de hoofdpersoon denkt of voelt:

Hij voelde de hitte van die gedachten naar zijn hoofd stijgen. (regel 51-52)

1. goed
2. fout

Uit deze zin kun je opmaken wat de hoofdpersoon denkt of voelt:


Stefan zette Rubens volle rugtas van de bureaustoel op de grond en ging achter het grote platte beeldscherm zitten.
(r. 156-157)

1. goed
2. fout

Uit deze zin kun je opmaken wat de hoofdpersoon denkt of voelt:

Kon ik ook maar zo relaxed een dutje doen, dacht Stefan. (regel 54-55)

1. goed
2. fout

Uit deze zin kun je opmaken wat de hoofdpersoon denkt of voelt:

Stefan bleef vlakbij stilstaan en luisterde. (regel 98)

1. goed
2. fout

Wat kom je in dit verhaal te weten over de ouders van Stefan?

1. De ouders van Stefan zijn overleden aan het comavirus.
2. De ouders van Stefan zijn gescheiden toen Stefan 4 jaar was. Daarom woont hij bij zijn opa.
3. Stefans ouders zijn overleden toen hij 8 jaar was.
4. De ouders van Stefan zijn overleden aan een fataal auto-ongeluk toen Stefan 4 jaar was.

Stefan vraagt zich af: 'Waarom was Marco niet komen opdagen op Schiphol?" (regel 8-9)

Wie is Marco?

1. Marco is een oom van Stefan.
2. Marco woont bij een onbekende indianenstam in het Amazonegebied van Peru.
3. Marco is een bekende antropoloog en natuurfotograaf die samen met Stefan op reis zou gaan naar de Amazone..
4. Marco is een bekend arts die gespecialiseerd is in virussen.

Wat is het antwoord op de vraag waarom Marco niet is komen opdagen?

1. Marco is vermoord. Stefan leest erover in een bericht op een nieuwssite op het internet.
2. Marco is zelf getroffen door het comavirus en daaraan overleden.
3. Marco heeft het vliegtuig gemist.
4. Marco is overvallen door de indianenstam in het Amazonegebied in Peru.

Op welk moment in het verhaal krijgt Stefan het antwoord op de vraag waarom Marco niet is komen opdagen.

1. In het begin van het verhaal. Als hij in het vliegtuig zit, leest hij een artikel over Marco.
2. In het midden van het verhaal. Ruben vertelt het aan hem.
3. Aan het eind van het verhaal als Stefan is aangekomen in Peru als hij bij Ruben thuis op het internet kijkt.

'Nu hij tijd had om erover na te denken, leek het een krankzinnig plan.' (regel 11-13)

Wat leek een krankzinnig plan?

1. Het plan om Marco op te zoeken in Peru om samen de Machu Picchu, de oude Incastad te bezoeken.
2. Het plan om in Peru in het Amazonegebied op zoek te gaan naar een geneesmiddel voor het comavirus waardoor zijn opa is getroffen.
3. Het plan om zijn opa alleen te laten en in zijn eentje naar Mexico te reizen.

Welke verhaalsoort past het beste bij dit verhaal?

1. Science fiction
2. liefdesverhaal
3. oorlogsverhaal
4. spanning en avontuur

5. Begeleid inoefenen

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdracht na.

Daarna ga je in stilte lezen. 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

- kan je belangrijke informatie halen uit een tekst?

- heb je nieuwe moeilijke woorden geleerd?

                         

 Aan het einde van deze les:

- kan je belangrijke informatie halen uit een tekst?

- heb je nieuwe moeilijke woorden geleerd?

Leerdoelen van deze les LJ1

Hoeveel sterren geef je jezelf? 

Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 

Ik weet hoe ik belangrijke informatie uit een tekst kan halen.
Ik heb nieuwe moeilijke woorden geleerd.