Woche 35

Woche 35 US1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woche 35 US1

Slide 1 - Tekstslide

Nimm das Buch und mache die Aufgabe auf Seite 8

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Der Unterricht
Du hast jeden Unterricht die folgenden Sachen dabei:
  • Ein Heft für Deutsch
  • Das Buch Na Klar!
  • Schreibutensilien 

Slide 4 - Tekstslide

Für einen erfolgreichen Unterricht gibt es bei Deutsch folgende Vorschriften
  • Du hast jeden Unterricht alle Sachen dabei
  • Alle Devices (Handy, Laptop, Kopfhörer, Tablet etc.) bleiben in der Tasche und dürfen nicht verwendet werden.
  •       Wir lassen einander aussprechen 
  • Du meldest dich im Klassenzimmer indem du deinen Finger hochhältst  
  • Beim Arbeiten sprechen wir so leise, dass andere uns nicht hören können
  •               Alle Hausaufgaben sind am ersten Unterrichtstag der nächsten Woche gelernt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Woche 35 US2

Slide 10 - Tekstslide

Nimm das Buch und mache die Aufgabe auf Seite 13

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De tweede naamval (Genitiv) gebruik je bij .....
  • Bijvoeglijke bepaling - De tweede naamval wordt in het Nederlands de “bijvoeglijke bepaling” genoemd. De tweede naamval geeft een bezitsrelatie aan, meestal tussen twee zelfstandige naamwoorden

De schoenen van het kind zijn blauw. 
Die Schuhe des Kindes sind blau.

Als in de Nederlandse vertaling 'van' staat, gebruik je de tweede naamval.

Slide 13 - Tekstslide

De tweede naamval (Genitiv)
Het huis van deze moeder= das Haus dieser Mutter
Het huis van mijn moeder= das Haus meiner Mutter
                              vader= das Haus meines Vaters
                               meisje= das Haus  dieses Mädchens

* kijk naar het woord achter de tweede naamval voor geslacht.

Slide 14 - Tekstslide

Der-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
des + (e)s        der                  des + (e)s         der
dieses + (e)s   dieser             dieses +(e)s    dieser

Ein-groep:
mannelijk      vrouwelijk     onzijdig            meervoud
eines+(e)s      einer               eines                  keiner
meines+(e)s  meiner           meines+(e)s     meiner

Slide 15 - Tekstslide

2e naamval of von?
In spreektaal komt von wel regelmatig voor 
en
-bij namen van personen: die Eltern von Tim
-bij geografische namen: der Hafen von Hamburg

Slide 16 - Tekstslide

Mache Aufgabe 10 und 11 auf Seite 14. Du hast 15 Min. Fertig? Lerne die Wörter von K1 L1 D-NL

Slide 17 - Tekstslide

Mache Aufgabe 10 und 11 auf Seite 14. Du hast 15 Min. Fertig? Lerne die Wörter von K1 L1 D-NL

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide