Nieuwe wereld na 1990

Belangrijke personen 6.3
Bill Clinton
Amerikaanse president
1993 - 2001

Tony Blair
Britse premier
Wim Kok
Minister-president 1994 - 2002
PvdA

Pim Fortuyn
Politicus
Vermoord 6 mei 2002
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Belangrijke personen 6.3
Bill Clinton
Amerikaanse president
1993 - 2001

Tony Blair
Britse premier
Wim Kok
Minister-president 1994 - 2002
PvdA

Pim Fortuyn
Politicus
Vermoord 6 mei 2002

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke begrippen deel 1
  • Nieuwe media: media die zijn ontstaan na de televisie, zoals internet en mobiele telefonie
  • Overlegeconomie: economie met veel overleg tussen werkgevers, werknemers en overheid
  • Poldermodel: besturen en besluiten door middel van overleg
  • Globalisering: toenemende verbondenheid van de werelddelen
  • Secularisatie: het afnemen van de invloed van kerk en geloof

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke begrippen deel 2
  • Individualisering: ontwikkeling waarbij mensen zichzelf steeds meer gedragen als individu en steeds minder als deel van een groep
  • Multiculturele samenleving: samenleving waarin meer culturen zijn
  • Nationale cultuur: manier van leven van een volk
  • Populisme: politieke stroming die het volk tegenover de elite stelt
  • Referendum: volksstemming over een wet

Slide 3 - Tekstslide

Jaren ´80
  • Er kwam in de jaren ´70 een eind aan de economische groei. -> er ontstond werkloosheid. 
  • Textielindustrie werd verplaatst naar bijv. India of Bangladesh -> goedkoper om te produceren (lage kosten)
  • De verzorgingsstaat was bijna niet meer te betalen -> uitkeringen werden verlaagd en het werd moeilijker om een uitkering te krijgen

Slide 4 - Tekstslide

Jaren '90 
  • In de jaren '90 groeide de economie weer -> meer banen, welvaart nam toe. 
  • Economische groei jaren '90 kwam door globalisering / wereldeconomie/ nieuwe media en poldermodel
  • Nieuwe media: internet, computers en mobiele telefoons werden belangrijk en zorgen voor grote veranderingen.
  • Internet kwam in 1991 beschikbaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Poldermodel
  • De Nederlandse gewoonte van werkgevers, vakbonden en overheid om over alles samen te praten.
  • Nederland werd door het buitenland wel bewonderd om de 'overlegeconomie
Video over het poldermodel

Slide 6 - Tekstslide

Paars
  • In 1994 kwam het CDA voor het eerst niet in het kabinet.
  • PVDA - D66 en VVD vormden samen een kabinet. -> paars
  • Rood van de socialisten en blauw van de liberalen.  

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Pim Fortuyn
  • 2002 - Lijst Pim Fortuyn - LPF
  • Zou volgens peilingen de grootste partij worden.
  • 6 mei 2002 - vermoord
  • Opkomst van het populisme sinds Pim Fortuyn. (politieke stroming die het volk tegenover de elite stelt)

Slide 9 - Tekstslide

Populisme
  • Pim Fortuyn - Geert Wilders - Thierry Baudet 
  • Politici zouden niet naar gewone mensen luisteren. De 'elite' zou niets van het volk aantrekken.  Populisten zetten zich tegen de 'elite'. 
  • Populisten zeggen dat ze namens het volk spreken.  

Video over populisme

Slide 10 - Tekstslide

Referendum 
  • Populisten waren voor invoering van het referendum. (Niet alleen populisten)
  • In 2015 werd het raadgevend referendum ingevoerd.   
Wat is een referendum?
Volksstemming. Het volk kan dan stemmen over wetten of andere onderwerpen.

Slide 11 - Tekstslide

6.4 Nederland en Europa

Slide 12 - Tekstslide

EGKS, EEG en EG
  •  De Europese Gemeenschap van Kolen en Staal: EGKS.
  • De Europese Economische Gemeeschap: EEG
  • De Europese Gemeenschap: EG

Slide 13 - Tekstslide

De Europese Unie
In 1993 ging de EG verder onder de nieuwe naam, Europese Unie. De EU had toen al twaalf landen en in de loop der jaren komen er nog veel meer landen bij.

Slide 14 - Tekstslide

Dagelijkse leven
Veel invloed op het dagelijkse leven heeft de regel dat EU-burgers in de hele EU mogen werken en wonen.

Slide 15 - Tekstslide

Minder of meer EU?
Het vetorecht.

Slide 16 - Tekstslide

Democratisch tekort
Er wordt gezegd dat de EU te maken heeft met een democratisch tekort.

Slide 17 - Tekstslide