3BK, woensdag 24 februari, 8e uur

Kap. 4 - der Körper
We gaan deze les aan de slag met
  1. Lernliste
  2. Grammatik
  3. Redemittel
Deze les duurt ongeveer een lesuur en is helemaal digitaal.
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kap. 4 - der Körper
We gaan deze les aan de slag met
  1. Lernliste
  2. Grammatik
  3. Redemittel
Deze les duurt ongeveer een lesuur en is helemaal digitaal.

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kun je:
  • Lichaamsdelen in het Duits benoemen
  • De werkwoorden wissen en möchten goed vervoegen
  • Vragen hoe het met iemand gaat in het Duits
  • vertellen hoe je je voelt in het Duits

Slide 2 - Tekstslide

bekijk de onderstaande afbeelding goed

Slide 3 - Tekstslide

der Kopf
der Hals
Der Schulter
der Arm
die Hand
die Brust
der Bauch
das Knie
der Fuß
der Po
het hoofd
de nek
de schouder
de arm
de hand
de borst
de buik
de knie
de voet
de billen

Slide 4 - Sleepvraag

Grammatik
de werkwoorden
  • wissen = weten
  • möchten = zou graag willen

Slide 5 - Tekstslide

de regel bij möchten (en wissen)
ich                   möchte          (zelfde als er/sie/es-vorm)
du                    möchtest      (zelfde als er/sie/es met -st erachter)
er/ sie/ es     möchte          (zelfde als de ich-vorm)
wir                   möchten        (hele werkwoord)
ihr                    möchtet         (stam + t)
Sie/sie(2)     möchten        (hele werkwoord)

Slide 6 - Tekstslide

het werkwoord möchten
ich 

du
er/ sie(1)/ es
wir
ihr = jullie
Sie/ sie(2)
möchten
möchte
möchtet
möchtest
möchten
möchte

Slide 7 - Sleepvraag

möchten Ich ... zu Bett gehen

Slide 8 - Open vraag

möchten Wir ... dir helfen.

Slide 9 - Open vraag

möchten Julia ... Apothekenhelferin werden.

Slide 10 - Open vraag

möchten ... ihr mit uns ins Kino gehen?

Slide 11 - Open vraag

möchten ... du Drogist werden?

Slide 12 - Open vraag

möchten ... Sie lieber um 08.00 Uhr aufstehen?

Slide 13 - Open vraag

de regel bij wissen (en möchten)
ich                   weiß            (zelfde als er/sie/es-vorm)
du                    weißt          (zelfde als er/sie/es met -st erachter)
er/ sie/ es     weiß            (zelfde als de ich-vorm)
wir                   wissen        (hele werkwoord)
ihr                    wisst           (stam + t)
Sie/sie(2)     wissen        (hele werkwoord)

Slide 14 - Tekstslide

het werkwoord möchten
ich 

du
er/ sie(1)/ es
wir
ihr = jullie
Sie/ sie(2)
wissen
weiß
wissen
weißt
wisst
weiß

Slide 15 - Sleepvraag

wissen Das ... ich noch nicht

Slide 16 - Open vraag

wissen Das ... wir gleich (zo meteen)

Slide 17 - Open vraag

wissen ... du es schon?

Slide 18 - Open vraag

wissen ... Sie es?

Slide 19 - Open vraag

wissen ... ihr es?

Slide 20 - Open vraag

Redemittel
De volgende opdrachten gaan over de Redemittel. 

Slide 21 - Tekstslide

Welke antwoorden passen bij welke vraag?
Mir ist so kalt
Mir geht's gut
Ich will früh schlafen gehen
Ich mag nichts. Mir ist schlecht.
Besser. Ich kann wieder gehen.
Kann sein
Wirst du krank?
Was hast du?
Was machst du heute Abend?
was magst du essen?
Und was macht dein Fuß?
Hallo, wie gehts dir?

Slide 22 - Sleepvraag

Wat hoort bij elkaar?
Mir ist kalt
Mir ist schlecht
Es tut weh
Wie geht's dir?
Was ist los?
Wirst du krank?
Ik heb het koud
Hoe gaat het met je?
Het doet zeer
Ik ben misselijk
Word je ziek?
Wat is er aan de hand?

Slide 23 - Sleepvraag

Redemittel
Zet bij de volgende dia's de woorden in de juiste volgorde, zodat er een goed zin ontstaat. 

Let op, de computer let op hoofdletters en spelling.

Slide 24 - Tekstslide

du - gehen - ins Bett - Wann - willst

Slide 25 - Open vraag

Es - geht - gut - mir -nicht

Slide 26 - Open vraag

dir? - geht's - wie - Hallo

Slide 27 - Open vraag

du - heute Abend? - Was - machst

Slide 28 - Open vraag

früh - ich - schlafen - gehen - will - Ich

Slide 29 - Open vraag

Kopf - Mein - tut - weh

Slide 30 - Open vraag

Gib - mir - deine - Hand

Slide 31 - Open vraag

Ohren - tun - meine - weh

Slide 32 - Open vraag

Kijk- en Luistervaardigheid
Nu krijg je nog een kort filmpje over cliniclowns te zien met daarin een aantal vragen die je moet beantwoorden. Bekijk de film en beantwoord de vragen die tijdens de film in beeld komen.

Slide 33 - Tekstslide

9

Slide 34 - Video

00:24
In welcher Stadt in Deutschland ist Mona?

Slide 35 - Open vraag

00:45
Warum hat Pia heute kein Kostüm an?

Slide 36 - Open vraag

01:32
Die Klinikclowns gehen zu verschiedenen Orten, um Menschen zum Lachen zu bringen. Wieviele Orte nennt Pia konkret?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quizvraag

02:20
Alle desinfizieren ihre Hände und stecken ihre Hände in eine Schwarzlichtbox. Welche Farbe müssen die Hände haben, wenn sie wirklich 100% desinfiziert sind?

Slide 38 - Open vraag

04:14
Wie oft sind Pimpie und Hallihallo in der Kinder-Reha von der Universitätsklinik?
A
jeden Monat
B
jeden Tag
C
jede Woche
D
jedes Jahr

Slide 39 - Quizvraag

06:07
Warum ist der Besuch der Klinikclowns nicht nur gut für die Kinder, sondern auch für die Eltern und das Klinikpersonal?

Slide 40 - Open vraag

07:53
Welche 2 positiven Effekte der Klinikclowns nennt die 13-jährige Savina?

Slide 41 - Open vraag

08:31
Was sind die positiven Effekte von Endorphinen auf unseren Körper? Nenne mindestens 2!

Slide 42 - Open vraag

08:44
Wann ist der Arbeitstag für die beiden Klinikclowns vorbei?

Slide 43 - Open vraag

ENDE
Je bent nu klaar met de les.

Slide 44 - Tekstslide