Portalis keerpunt Breuken vereenvoudigen

Breuken vereenvoudigen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Breuken vereenvoudigen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk al van "breuken"?
Waar gebruik je breuken bij ?

Slide 2 - Open vraag

Het lesdoel van vandaag:


Aan het einde van deze les:
- Herken ik breuken,

- Kan ik breuken vereenvoudigen.


Slide 3 - Tekstslide

De teller en de noemer

Bij breuken heb je een teller en een noemer.

De teller is het getal boven de streep.
De noemer is het getal onder de streep.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Benoem de onderdelen van een breuk
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
B-R-A-U-K

Slide 6 - Quizvraag

Welke breuk is groter?
of
31
21
A
1/2
B
1/3
C
even groot
D
breuk?

Slide 7 - Quizvraag

Welke breuk zie je in deze rechthoek?
A
91
B
95
C
101
D
104

Slide 8 - Quizvraag

groter of kleiner?

is groter of kleiner dan ?
31
41
A
groter
B
kleiner
C
even groot
D
Voor mij is dit abracadabra

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Nu jullie!
Succes!

Fouten maken mag!

Slide 11 - Tekstslide

Wat is dan vereenvoudigen van een breuk?
Maak (de getallen van) de breuk zo klein mogelijk!
Dan nu iets nieuws !

Slide 12 - Tekstslide

- Kijk goed naar de teller en de noemer !
- Door welk getal kan je  zowel de telller als de noemer delen?
(gemeenschappelijke deler)

Hoe ?

Slide 13 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen

Slide 14 - Tekstslide

Vereenvoudigen van een breuk
42=
93=
43=
106=

Slide 15 - Tekstslide

Vereenvoudig de volgende breuk:

A
43
B
54
C
52
D
102

Slide 16 - Quizvraag

Vereenvoudig de volgende breuk zo ver mogelijk



10080
A
108
B
2016
C
43
D
54

Slide 17 - Quizvraag

Vereenvoudig de volgende breuk zo ver mogelijk:

42=
42=
4428

Slide 18 - Open vraag

Vereenvoudig de volgende breuk zo ver mogelijk:
42=
42=
9113

Slide 19 - Open vraag

Je wil deze breuk vereenvoudigen.
Door welk getal deel je de teller en de noemer?
123
A
2
B
4
C
3
D
12

Slide 20 - Quizvraag

Je wil deze breuk vereenvoudigen.
Door welk getal deel je de teller en de noemer?
126
A
4
B
6
C
3
D
12

Slide 21 - Quizvraag

Opdracht:


Zelfstandig aan het werk



Maak :

- het werkblad



Slide 22 - Tekstslide

Wat heb jij bij deze les vandaag geleerd?:

Slide 23 - Open vraag

De volgende klassikale rekenles gaat over........
  • Breuken optellen
  • Breuken aftrekken 

Slide 24 - Tekstslide