Spreken: - je bent stil als je niet aan de beurt bent.
- je geeft in volledige zinnen antwoord.
als je storend bezig bent, dan ga je alsnog schrijven.
Schrijven: - je schrijft de oefeningen uit op het stencil.
- je mag pas weg als je alle oefeningen klaar hebt en ze door mij nagekeken zijn
Ga staan als je de oefeningen schrijvend wil doen.
Blijf zitten als je mee doet met de spreekoefeningen.