D1 Past simple introduction

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

D1 Past simple introduction

After today's lesson.... 

- I will have read some more from my book 

- I will know when to use the past simple

- I will know the rules to form a past simple

- I will know what irregular verbs are and what to do with them.

- I will know the signal words for the past simple 

Homework: take a look at the correct answers 

Past Simple

Past simple!

Past Simple

Lees de zinnen en wacht op de vraag. 

I met him last week.

We saw a great movie yesterday

The new Avatar movie was released two months ago

I was born in 2007

They met when they were in primary school

I read the book before I watched the movie 

Wat weet je zeker over alles wat in de zinnen stond?

1. Wanneer ze zijn gebeurd
2. Dat ze afgelopen zijn
3. Dat ze nog bezig zijn
4. Je weet A en B

De past simple 

Je gebruikt de past simple voor dingen 

- die in het verleden gebeurd zijn

- die nu afgelopen zijn

- waarvan je weet wanneer ze gebeurd zijn OF waarvan je KUNT weten wanneer ze gebeurd zijn (WW2 ended in 1945, Queen Elizabeth died in 2022) 

De past simple: signaalwoorden

Schrijf in je schrift: 

W

A

L

I

B

Y

De past simple: signaalwoorden

Vul nu aan: 

When ....... (I was five years old) 

Ago     (Five years ago) 

Last    (Last week, last month) 

In...... (In 2010, in November of last year) 

Before ....  (Before I was born, before I met him)

Yesterday  (I finished my book yesterday) 

Past simple: bevestigend, regelmatig   

Weet je nog: een bevestigende zin: een zin waarin je zegt DAT iets zo is (dus geen vraag, geen ontkenning) 

Regelmatig of onregelmatig: 

- REGELmatig: je kunt altijd dezelfde regel toepassen.

- ONregelmatig: een vorm die zich niet aan deze regel houdt; die moet je uit je hoofd leren. 

Kun je de regel vinden? 

When I was little, I lived in Amsterdam

I walked to school earlier this morning 

Last week we baked cakes for my birthday 

I stopped taking swimming lessons in 2012

Before going to school, I watched Netflix. 

I studied for my geography test yesterday 

They listened to their favourite songs on Spotify yesterday. 

Hoe maak je een regelmatige past simple ?

De regel: 

Stam + ed

De stam is gelijk aan het hele werkwoord (zonder "to") 

Maar soms gebeurt er iets met de spelling. 

Medeklinker + y:                   y wordt  - ied 

Klinker+ enkele medeklinker:              medeklinker verdubbelt 

Stam eindigt op -e:                alleen een d toevoegen 

Who?	+	-	?
I	lived
You	lived
He/she/it	lived
We	lived
You	lived
They	lived

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?

1. I always walk to school.
2. I am reading a book now.
3. I organised a party past week.
4. Will you come to my party tomorrow?

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?

1. I have lived in Purmerend for 13 years.
2. I was living in Purmerend.
3. I lived in Purmerend in 2010
4. I am living in Purmerend.

My brother .................. (marry) his girlfriend last year.

Yesterday we ................... (bake) a cake.

We ................ (visit) the Tower of London when we were in England.

I ............... (laugh) so hard when my friend fell off his chair in class.

I have no idea what he was on about when he ...................... (talk) about nuclear fission.

We ............... (watch) Barbie on the day it was released in the cinema.

They ............... (listen) attentively when the teacher explained the past simple.

He ............. (travel) to Australia last November.

Earlier this morning I ............. (walk) to school.

Luckily, the bus ............ (stop) before it hit the car in front of it.

He ............ (grab) a candy bar from the cupboard and put it in his bag.

I ............... (cry) so much when Jack died in Titanic!

We ................ (stay) in a Riad when we were on holiday in Marrakesh

I ................. my teddy bear when I was younger.

Past Simple met 'be'

Hoe maak je de Past Simple met 'be'?

I, He, She, It	was
You, they, we	Were

Irregular verbs 

Je hebt de regel geleerd voor regelmatige werkwoorden: die eindigen op -ed. 

Er zijn ook ONregelmatige werkwoorden. Die hebben een eigen vorm en je moet ze uit je hoofd leren. Op bladzijde 203 staat een lijst. Voor het SO moet je de eerste 35 kennen. De beste manier om ze te leren: hardop opdreunen! 
Kijk mee naar de lijst, dan leg ik nog wat uit. 

Ik weet wanneer ik de past simple moet gebruiken

0100

Ik ken de signaalwoorden van de past simple

0100

Ik weet hoe ik de regelmatige vorm van de past simple moet maken

0100

To work! 

Do exercise 55 and 56 on page 91/92 

This is NOT homework: we'll check it in 10  minutes. 

Homework

DO: Stepping Stones online Slim Stampen, Grammar 14a and 15a & oefening 55 en 56 op bladzijde 91 /92

STUDY: STudy the first fifteen irregular verbs on page 203.