Personal pronouns
onderwerpsvorm voorwerpsvorm
Example: I walk to school every day. You can walk with me (mij).
.......... (Wij) eat lunch together. Do you want to eat with ..... (ons).
Let op!
- Het Engels woord 'ik' (I) schrijf je altijd met een hoofdletter.
- Het woord 'you' gebruik je voor 'jij', 'u' en 'jullie'.
- 'It' gebruik je ook voor dieren