Debatteren

Debatteren 
Nederlands
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Debatteren 
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij debatteren?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Het gebruik van de telefoon moet worden verboden in de les. Geef argumenten voor de stelling.

Slide 4 - Open vraag

Het gebruik van de telefoon moet worden verboden in de les. Geef argumenten tegen
de stelling.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Geef een argument bij de volgende stelling:
'Alle kinderen moeten een huisdier krijgen'.

Slide 7 - Open vraag

Soorten argumenten
- Feitelijk 
- Autoritair
- Persoonlijk
- Waarderend (emotie)

Slide 8 - Tekstslide

Soorten argumenten
Feitelijk: 
- Gebaseerd op feiten (controleerbaar)
- Betrouwbaar
- Bijvoorbeeld: rijpe bananen zijn geel

Slide 9 - Tekstslide

Soorten argumenten
Autoritair:
- Autoriteit van de spreker
- Een belangrijk persoon (vakgebied)
- Bijvoorbeeld: een arts zegt: ''Roken is erg ongezond. Mensen zouden moeten stoppen.'' 

Slide 10 - Tekstslide

Soorten argumenten
Persoonlijk:
- Persoonlijke leven 
- Persoonlijke opinie en het kan veranderen 
- Bijvoorbeeld: 'Iedereen is gelijk en het belangrijk dat we ook iedereen gelijk behandelen.'

Slide 11 - Tekstslide

Soorten argumenten
Waarderend: 
- Wat voor jou zo is
- Eigen mening 
- Gelijk aan 'persoonlijke argument'
- Bijvoorbeeld: 'Er wonen in Utrecht veel jonge gezellige mensen.'

Slide 12 - Tekstslide

Regels Debatteren
Publiek:
  • Luistert aandachtig en respectvol
  • Geeft na afloop commentaar op het debat
Debaters:
  • Respecteren de uitslag van de jury
  • Maximaal 10 minuten per stelling.
  • Sta op wanneer je iets wilt zeggen.
  • De debatleider bepaalt wie er spreekt.

Slide 13 - Tekstslide

Geef een argument bij de volgende stelling:
'Alcoholproducten moeten twee keer zo duur worden'.

Slide 14 - Open vraag

Energiedrankjes moeten verboden worden.

Slide 15 - Tekstslide

Gasten in de horeca moeten gratis kraanwater krijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Alleen orgaandonoren mogen organen ontvangen.

Slide 17 - Tekstslide