Social media - bikkelz en oojee

Social media
kwis


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Social media
kwis


Slide 1 - Tekstslide

Wat is het goede antwoord?
ga in het vakje staan van jouw antwoord.
A, B, C of D

Slide 2 - Tekstslide

Welke social media-app is dit?
A
fluiter
B
Tik Tok
C
Twiet Twiet
D
Twitter

Slide 3 - Quizvraag

Welke social media-app is dit?
A
Facebook
B
Whats app
C
Feestboek
D
Among us

Slide 4 - Quizvraag

Welke social media-app is dit?
A
kiphok
B
tiktok
C
toktok
D
snapchat

Slide 5 - Quizvraag

Welke social media-app is dit?
A
YouTube
B
Google
C
Video
D
play

Slide 6 - Quizvraag

Welke social media-app is dit?
A
Facebook
B
Instagram
C
netflix
D
Insta

Slide 7 - Quizvraag

Welke social media-app is dit?
A
Snertchat
B
Among us
C
What's app
D
SnapChat

Slide 8 - Quizvraag

Welke social media-app is dit?
A
de telefoon
B
tik tok
C
WhatsApp
D
Wat wat

Slide 9 - Quizvraag

Welke social media app gebruik jij?
A
whatsapp
B
Instagram
C
Snapchat
D
YouTube

Slide 10 - Quizvraag

wat vind je NIET leuk aan social media?

Slide 11 - Tekstslide

wat vind je leuk aan social media?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een account?
A
Dat is hetzelfde als een profiel
B
Geen idee.
C
Dan ben je lid van bijvoorbeeld Facebook of instagram
D
Je moet een account maken om in een spel te komen.

Slide 13 - Quizvraag

iemand doet onaardig in de groepsapp van de klas.
Wat doe je?
A
Ik doe onaardig terug. Cyberpesten is best okee!
B
ik vertel het aan de leraar of mijn ouders
C
ik gooi die persoon uit de groepsapp.
D
ik ga uit de groepsapp

Slide 14 - Quizvraag

iemand vraagt online of hij vrienden met mij wil zijn.
A
Ik accepteer altijd iedereen. Ik kan hem toch weer verwijderen.
B
ik accepteer niemand. Het is niet netjes om te weigeren.
C
Ik weiger. Ik vindt mensen stom.
D
Ik verwijder mijn account.

Slide 15 - Quizvraag

Je doet een spelletje online.
Iemand vraagt om jouw wachtwoord. Wat doe je?
A
Ik geef hem mijn wachtwoord.
B
Ik geef mijn wachtwoord aan niemand.
C
Ik geef hem mijn wachtwoord, als ik zijn wachtwoord ook krijg.
D
mijn wachtwoord is privé.

Slide 16 - Quizvraag

Je bent online.
Hoe weet je zeker met wie je daar praat?
A
Dat kan je toch zien? Er staat een plaatje bij.
B
Dat kun je niet zeker weten.
C
Als iemand verteld wie hij is, dan weet je dat.
D
Geen idee. Je weet niet met wie je in werkelijkheid aan het praten bent.

Slide 17 - Quizvraag

Dankjewel!
Goed gedaan allemaal!

Slide 18 - Tekstslide