week 48 leerjaar 1 P2 les 2

lesinhoud
  • spelling: herhaling meervoudsvormen
  • spelling: dictee
  • tekstsoorten (quiz)
  • verhaal schrijven
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

lesinhoud
  • spelling: herhaling meervoudsvormen
  • spelling: dictee
  • tekstsoorten (quiz)
  • verhaal schrijven

Slide 1 - Tekstslide

maak twee dicteezinnen van max. 15 woorden. Zet de woorden in het meervoud, gebruik er 3 per zin.


pony                                        oma                                jockey                     bureau

cadeau                                   medicus                      cursus                     kroket

fotograaf                               genie                             datum                     slimmerik

tornado                                  tarief                              kiwi                          baby

politicus                                 tv                                     poema                   zebra

idee                                          zee                                 cd                             shampoo

technicus                              havik                             bacterie                 dvd 

olie                                           kopie                             café                          tosti  

Slide 2 - Tekstslide

spelling 4.2 tussenletters

lesdoel: je gebruikt de juiste tussenletters


voorbeeld:

  • stagegesprek
  • klachtenbrief
  • staatsschuld

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is de samenvatting van het filmpje?
  • fiets + maker = fietsenmaker                                        
  • liefde + verdriet = liefdesverdriet


  1. linker deel heeft een s én n in het MV: gemeentegids
  2. maan /zon /hel = "uniek" = maneschijn /zonneschijn
  3. versterking: beregoed / apetrots
  4. ouderwetse samenstelilng: elleboog/ bakkebaard
  5. linkerdeel is géén zelfstandig naamwoord.: spinnewiel / verrekijker
  6. linkerdeel heeft géén meervoud: rijstepap / tarwebloem



Slide 5 - Tekstslide

lezen les 1.2 doel / publiek

lesdoel:

  1. Je weet wat de lezer met zijn tekst wil bespreken
  2. Je weet voor wie de tekst is bedoeld


voorbeeld:

informeren

instrueren

ovetuigen

overhalen / activeren


Slide 6 - Tekstslide

Welk doel heeft
"een brochure over studiefinanciering"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 7 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een besluitenlijstje werkbespreking"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 8 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een advertentie over mascara"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 9 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een woordenboek"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 10 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een filmaffiche"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 11 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een brief van de gemeente over vernieuwing riolering"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 12 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een betoog over gratis sporten voor kinderen tot 12 jaar"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 13 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een handleiding van een boormachine"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 14 - Quizvraag

Welk doel heeft
"een schoolreglement"?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 15 - Quizvraag

Verhaal schrijven
Welke tekstsort schrijf je?
Handschrift + zinstructuur
Met meervoudsvormen (ook trema)
Minimaal 1 bladzijden
Maximaal 2 bladzijden

Slide 16 - Tekstslide

Klaar?
Inleveren!
Werkpakket taal/cito spelling!

Slide 17 - Tekstslide