1.1 elektrische stroom

1.1 Elektrische stroom
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1.1 Elektrische stroom

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over de voorkennis?

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Je kunt een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen serie- en parallelschakeling, en wat dit betekend voor de stroomsterkte
  • Je kunt berekeningen uitvoeren met verschillende stroomsterktes in een serie- parallelschakelingen.

Slide 3 - Tekstslide

Gesloten stroomkring
  •  Als je een elektrisch apparaat aanzet dan maak je een gesloten stroomkring
  • De stroom loopt dan rond
  • Stopcontact --> Apparaat --> Stopcontact

Slide 4 - Tekstslide

  • Vergelijk het met je cv
  • Water stroomt in gesloten kring rond
  • Aangestuurd door een pomp

Slide 5 - Tekstslide

  • Stroomkring

  • Elektrische stroom loopt rond in een gesloten kring
  • Schakelaar om het 'aan' of 'uit' te zetten

Slide 6 - Tekstslide

Elektrische stroomkring
Water stroomkring

Slide 7 - Tekstslide

Schakelschema
  • Schakeling: 
  • Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 
  • Schakelschema:
  • Eenvoudige tekening van een schakeling

Slide 8 - Tekstslide

symbolen voor schakelschema's

Slide 9 - Tekstslide

Moet je dit allemaal uit je hoofd kennen?
  • Nee!
  • Waar in je Binas?

Slide 10 - Tekstslide

Regels voor het tekenen van stroomkringen
  • Gebruik altijd de goede symbolen! 
  • De draden worden alleen horizontaal of verticaal getekend.
  • Altijd hoeken van 90 graden tekenen.
  • De afstand tussen de apparaten in de tekening zegt niets over de werkelijke afstand.
  • Het schema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Elektrische stroom
Elektrische stroom gaat dus door de de draad heen

Stroom         I     in Ampère    (A)



Slide 12 - Tekstslide

Serie schakeling:          1 Lange stroomkring.
Parallel schakeling:     Verschillende stroomkringen die aan 
                                          elkaar geschakeld zijn

Slide 13 - Tekstslide

Stroomsterkte

Slide 14 - Tekstslide

Serieschakeling





Parallelschakeling
Itot=I1=I2=I3=....
Itot=I1+I2+I3+....
  • 1 lampje stuk --> de rest gaat uit, waarom?

Slide 15 - Tekstslide

Stroomsterkte
Stroommeter moet in serie staan, wil ik stroom kunnen meten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Vragen?
  • Maken 1.1: 1-12 (TL) / 1-13 (K)
  • Nakijken
  • Lezen 1.2 en maken 1-4 (TL) / 1-8 (K) 
  • (Huiswerk volgende week)

Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurd er als je er 1 lampje uit de stroomkring haalt bij een serieschakeling?
A
er gebeurd niets
B
de lampjes blijven branden
C
alle lampjes gaan uit

Slide 19 - Quizvraag

Is het een serieschakeling
of een parallelschakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 20 - Quizvraag

Samenvatting
  • Je kunt een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen serie- en parallelschakeling, en wat dit betekend voor de stroomsterkte

Slide 21 - Tekstslide