In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
3.7 Verwantschap
Slide 1 - Tekstslide
Planning
herhaling 3.6 (6)
Uitleg 3.7 Verwantschap (10 min)
quiz vragen / oefening
Aantekening
Opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer is een soort een soort?
A
Wanneer individuen binnen een soort er het zelfde uit zien.
B
Wanneer individuen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
C
Wanneer individuen nakomelingen kunnen krijgen
Slide 3 - Quizvraag
Een ras is
A
de individuen van één soort met bepaalde kenmerken
B
een groep dezelfde dieren
C
Een individu met bepaalde kenmerken
Slide 4 - Quizvraag
Organismen van een ras kunnen zich met een ander ras van dezelfde soort voortplanten.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.
Slide 6 - Quizvraag
Wie was de grondlegger van de evolutietheorie?
A
Isaac Newton
B
Nicolaas Copernicus
C
Charles Darwin
D
Meneer Braber
Slide 7 - Quizvraag
Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.
Slide 8 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie.
Je kunt toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Fossielen
Versteende afdrukken
of
Versteende organismen (fossielen)
Slide 11 - Tekstslide
Argumenten voor evolutie
Fossielen
soorten zijn ontstaan, veranderd of verdwenen.
Slide 12 - Tekstslide
Verwantschap
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
Zoeken naar verwantschap door te kijken naar overeenkomst in:
de bouw van organen
processen in cellen
samenstelling van stoffen in cellen
Slide 13 - Tekstslide
Overeenkomsten
Overeenkomsten in bouw;
Rudimentaire organen ;
Celprocessen (is vaak gelijk)
Slide 14 - Tekstslide
Rudimentaire organen
= Organen die geen functie meer hebben en nauwelijks tot ontwikkeling komen
Bewijs dat verschillende soorten een gemeenschappelijke voorouder hebben
Slide 15 - Tekstslide
Overeenkomst in embryonale ontwikkeling
Slide 16 - Tekstslide
Stoffen uit cellen
Hoe meer stoffen (zoals DNA en eiwit) overeenkomen bij twee soorten, des te korter geleden hebben ze een gemeenschappelijke voorvader gehad.
Dit kan steeds nauwkeuriger bepaald worden.
Slide 17 - Tekstslide
Stamboom
- Door DNA te vergelijken kan je een stamboom maken. Dit heet een evolutionaire stamboom.
- Hoe verder naar beneden, hoe langer geleden.
Slide 18 - Tekstslide
Dus... Aantekening 3.7
verwant(schap): Soorten met een gemeenschappelijke voorouder. Kijken naar: bouw van organen, processen in cellen en samenstelling van stoffen in cellen.
Rudimentaire organen: 'overblijfselen' van organen