basisstof 3 - Het hart

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vraag 7 afb. 8 werkboek.
Gaat deze grafiek over de grote
of over de kleine bloedsomloop?

1. De kleine, want daar wordt O2 opgenomen in het bloed en neemt het dus toe.
2. De grote, want daar wordt O2 afgestaan aan de weefsels en neemt het dus af.
3. De grote, want daar wordt O2 opgenomen in het bloed en neemt het dus toe.
4. De kleine, want daar wordt O2 afgestaan aan de weefsels en neemt het dus af.

3.3 Hart

Pak je werkboek erbij

op pagina 96

Vraag 7 afb. 6 werkboek.
Hiernaast zie je de bloedsomloop
van een vis. Heeft een vis ook een
dubbele bloedsomloop?

1. Ja, want het bloed gaat naar meerdere organen.
2. Ja, want het bestaat ook uit een boezem en een kamer. Dus twee hartdelen.
3. Nee, want per omloop gaat het bloed maar 1x door het hart.
4. Nee, want een vis heeft geen longen.

Sleep de onderdelen naar het hart!

Rechter-

boezem

Rechter-kamer

Linker-

boezem

Linker-kamer

Ligging hart: in de borstholte

Functiehart: pomp voor de bloedsomloop

Bouw: het hart bestaat uit twee helften. Elke helft heeft een:

• boezem (boven): pompen het bloed naar de kamers
• kamer (onder): pompen het bloed naar de organen

bovenste holle ader

1

onderste holle ader

2

longslagaders

4

aorta

7

rechterboezem

3

linkerkamer

6

longaders

5

Boezems

• pompen het bloed naar de kamer
• gescheiden door hartkleppen
• rechterboezem: ontvangt zuurstofarm bloed uit lichaam via holle aders
• linkerboezem: ontvangt zuurstofrijk bloed van de longaders

Weten jullie het nog?
Welke bloedvaten gaan naar het hart TOE en welke gaan van het hart AF?

1. Aders gaan naar het hart TOE en slagaders gaan van het hart AF
2. Slagaders gaan naar het hart TOE en aders gaan van het hart AF

Kamers

• pompen het bloed naar de organen
• gescheiden door halvemaanvormige kleppen
• rechterkamer: pompt zuurstofarm bloed via de longslagader naar de longen.
• linkerkamer: pompt zuurstofrijk bloed via de aorta in het lichaam

Het hart pompt zuurstofrijk
bloed in de:

1. Longslagader
2. Longader
3. Aorta
4. Holle ader

1. nr. 9 is een hartklep nr. 10 is een halvemaanvormige klep
2. nr. 10 is een hartklep nr. 9 is een halvemaanvormige klep
3. nr. 9 en 10 zijn beide hartkleppen
4. nr. 9 en 10 zijn beide halvemaanvormige kleppen

Bloedvaten op het hart

• De kransslagader voorziet de hartspier van bloed met O2 en voedingsstoffen
• De kransader voert juist CO2 en afvalstoffen van het hart weg.

Het hart krijgt zelf zuurstofrijkbloed dankzij de:

1. Longader
2. Kransslagaders
3. Kransaders
4. Aorta

Welke kamer heeft de meest gespierde wand en waarom ?

1. De rechterkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
2. De linkerkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
3. De rechterkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
4. De linkerkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.

Hartcyclus

1.  samentrekken van de boezems

• bloed stroomt kamers in
• alleen hartkleppen open

2. samentrekken van de kamers

• bloed wordt door de slagaders gepompt
• alleen halvemaanvormige kleppen open

3. hartpauze

• boezems en kamers ontspannen zich
• bloed stroomt het hart in
• alleen hartkleppen open

Dankzij halvemaanvormige kleppen, stroomt bloed niet terug in de:

1. Boezems
2. Kamers

Opdracht 9 werkboek: welk onderdeel hoort bij nr. 1-2-3?

Nr. 1

Nr. 2 

Nr. 3 

Werkboek opdracht 9
Welk onderdeel hoort bij nr. 1-2-3?

1. 1= onderste holle ader 2= aorta 3= linker kamer
2. 1= bovenste holle ader 2= aorta 3= linker boezem
3. 1= onderste holle ader 2= aorta 3= linker boezem
4. 1= onderste holle ader 2= longader 3= linker kamer

HUISWERK

Bestudeer basisstof 3 van thema 3

maak opdrachten 10 t/m 13