A2B - Periode 3 - H6 Les 5 - HGA (06-04-2022)

Bienvenidos
Lección 1 P4
VWO 2
Sra. Hoogland
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
Lección 1 P4
VWO 2
Sra. Hoogland
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Tekstslide

Programa de hoy
  1. Intro + Info de la clase
  2. Comprobar los deberes
  3. Herhaling 'Comparaciones'
  4. Introducción: Presente Perfecto
  5. ¿Tiempo extra?: Lectura
  6.  Evaluación + Deberes

Slide 2 - Tekstslide

Información
Inhalen in de tweede pauze vandaaag
MO winkelen van 1 groepje

Slide 3 - Tekstslide

Comprobar los deberes
Estudiar: 
- Vocabulario 6.2 + 6.3. > Spinner
- Frases clave 1 

Hacer: 
- Afmaken WB p. 65 oef 1 > Gelukt?
- Afmaken VOC. unidad 6 p.16-17 --> oef 27abc+28ab > Zie slide
- Maken: WB p.70 oef 13 > Vragen?
- Schrijf de frases clave 2 op en beantwoord die voor jouw presentatieland (= tweegesprek, onderdeel van je presentatie). > Vragen?

Slide 4 - Tekstslide

Respuestas oef 27abc+28ab (p. 16+ 17)
27a
  1. más joven que
  2. menos estrictos que
  3. tan pesado como
  4. menos caro que
  5. mejor que
27b
  1. jonger dan
  2. minder streng dan
  3. net zo lastig als
  4. minder duur dan
  5. beter dan
27c
  1. Mi hermana es tan caótica como yo.
  2. Los padres de José son más estrictos que mis padres.
  3. Fernando es menos amable que Isabel.
  4. Juan es más alto que Fátima.
  5. (Yo) soy tan inteligente como mi amigo.
28a
  1. más grande que
  2. más pequeña que
  3. tan bonita que
  4. más barata que
  5. tan flojo como
  6. más cara que
28b
  1. España es más grande que Los Países Bajos.
  2. Jorge es más alto que Belén.
  3. La señora es más vieja que la chica.

Slide 5 - Tekstslide

Vervolg: trappen van vergelijking

Hoe was het ook al weer?
> Bekijk evt. de volgende slides 

7 minutos individual
maken voc. p. 18 oef 29
timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

Overtreffende trappen in het Spaans
Stellende trap:          Jan is net zo groot als Ana.
                                         Juan es tan grande como Ana
Vergrotende trap:   Jan is groter dan Ana.
                                         Juan es más grande que Ana
                                OF   Jan is minder groot dan Ana.
                                         Juan es menos grande que Ana
Overtreffende trap: Jan is de kleinste
                                          Juan es el más pequeño.


Dus: welke Spaanse woorden gebruik je hiervoor? 

Slide 7 - Tekstslide

GRAM: TRAPPEN VAN VERGELIJKING 
Tip:
 Gebruik gram nr. 15a + 15b
LET OP: er zijn uitzonderingen!
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Introducción: Presente perfecto 
3 minutos individual
- Bekijk de volgende afbeelding
- Welke tijd is dit?
- Wat is de regel denk je?


Tip: Kijk eventueel naar:
Gram. nr. 36-37 (regelm + onregelm)

Slide 9 - Tekstslide

Explicación
Kijk nu het filmpje

MAAK HIERVAN AANTEKENINGEN IN JE SCHRIFT!

Klopte je eigen theorie?

Vraag evt. aan de docente extra uitleg, of kijk naar: Gram. nr. 36-37 (regelm + onregelm)

Slide 10 - Tekstslide

Lectura: pretérito perfecto
10-15 minutos en parejas
- Hacer: TB p.82 ej. 4A + 4B

¿List@?
- Hacer  WB p.70 oef 14 
Gebruik je voca-lijst of vraag je docent

Probeer dan de vraag in het Spaans te stellen (zie poster)

Slide 11 - Tekstslide

Evaluación

Slide 12 - Tekstslide

Deberes para la próxima clase
Estudiar: 
Vocabulario 6.2 + 6.3
Frases clave 1
Hacer: 
Schrijf de frases clave 1 op en beantwoord die voor jouw presentatieland (= tweegesprek, onderdeel van je presentatie).
Werken aan je P.O. (inleveren na de meivakantie

Slide 13 - Tekstslide