Les 3 - Urine onderzoek (2)
1 / 28
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Link
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat zijn erytrocyten?
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Afvalstoffen van de lever
D
Afvalstoffen van de nieren
Slide 14 - Quizvraag
Bij welke aandoening zien we erytrocyten in de urine?
A
Nierfalen
B
Darmtumoren
C
Blaasontsteking
D
Leverfalen
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn leucocyten?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Ontstekingscellen
D
Niercellen
Slide 16 - Quizvraag
Waar of niet waar? Een positieve uitslag voor leucocyten op de stick/strip betekent dat het dier een blaasonteking heeft
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Hoe ontstaat nitriet in de urine?
A
Nitraat wordt onder invloed van bacterien omgezet in nitriet
B
De nieren scheiden dit af als er sprake is van nierfalen
C
De lever scheidt dit uit als er sprake is van leverfalen
D
Rode bloedcellen zetten nitraat om in nitriet
Slide 18 - Quizvraag
Waar of niet waar? Proteinurie is een aanwijzing voor nierfalen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Waar of niet waar? Een kat met diabetes kan positief testen op ketonen in de urine
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Waar of niet waar? De aanwezigheid van bilirubine in de urine kan wijzen op een probleem met de nieren
A
Waar
B
Niet waar
