Medicatie

Medicatie 
uit het boek: Persoonlijke Verzorging MZ
Hoofdstuk 29 Zorg bij geneesmiddelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Ziekte en Gezondheid 2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Medicatie 
uit het boek: Persoonlijke Verzorging MZ
Hoofdstuk 29 Zorg bij geneesmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

medicijn 
natuurlijke of synthetische stof die een bepaalde, gewenste werking op het lichaam uitoefent 
Farmacologie = geneesmiddelenleer 
App: FK 

Slide 2 - Tekstslide

Benaming geneesmiddelen
merknaam: naam gegeven door fabrikant (Valium)
stofnaam: werkzame stof   (diazepam)
officiële of soortnaam  (benzodiazepine)

Slide 3 - Tekstslide

Rol van de arts
Diagnose stellen:
Objectieve symptomen - meetbaar RR of HF
Subjectieve symptomen- wat voelt iemand 

Slide 4 - Tekstslide

Rol van de apotheek 
vrije verkoop van medicatie 
uitgifte op voorschrift arts 
(informatie over gebruik medicatie)

Slide 5 - Tekstslide

Etiketten van medicijnen 
recept: 
- gegevens van de arts
- voor wie medicijn bedoeld is
- afleveringsdatum
- naam geneesmiddel, sterkt en hoeveelheid 
- gebruiksvoorwaarden en bewaarvoorschrift 
Bijsluiter: alle gegevens medicijn 

Slide 6 - Tekstslide

Indicatie: reden waarom medicatie is voorgeschreven
dosering: hoeveel
toedieningswijze : hoe 
Contra- indicatie: reden om dit middel niet voor te schrijven
bijwerkingen 

Slide 7 - Tekstslide

werking medicatie 
causale werking: oorzaak aanpakken (antibiotica)
symptoombestrijders; pijnstillers alleen symptoom, geen oorzaak)
aanvullen van tekorten: vitamines 
Voorkomen van ziekten: vaccinaties 
placebo: zitten geen werkzame stoffen in  (wetenschappelijk onderzoek)

Slide 8 - Tekstslide

Bijwerkingen 
- Overgevoeligheidsreactie  (huiduitslag)
- beïnvloeding dagelijks functioneren (suf)
- gewenning (meer nodig voor zelfde werking; laxeermiddelen) 
- resistentie (ongevoelig voor medicatie)
- medicijnverslaving (je kan er niet meer zonder; kalmerende middelen of slaapmiddelen)
- onderlinge beïnvloeding (versterken werking bv aspirine en ascal

Slide 9 - Tekstslide

Paracetamol is een voorbeeld van een medicijn die
A
tekorten aanvult
B
symptomen bestrijdt
C
ziekten voorkomt
D
oorzaak aanpakt

Slide 10 - Quizvraag

Griepvaccin is een voorbeeld van
A
een symptoombestrijder
B
aanvullen van tekorten
C
voorkomen van ziekten
D
placebo

Slide 11 - Quizvraag

Insuline is een voorbeeld van
A
symptoom bestrijden
B
tekorten aanvullen
C
voorkomen van ziekten
D
aanpakken oorzaak van ziekte

Slide 12 - Quizvraag

Toedieningswijzen
oraal: via de mond
rectaal: via de darmen 
via de huid 
via slijmvliezen (oogdruppels, inhalaties)
via lichaamsopening
per injectie: subcutaan / intramusculair 

Slide 13 - Tekstslide

Zelfmedicatie 
als iets niet is voorgeschreven (kan je ophalen bij drogist) 
- wat zijn de regels binnen de instelling
- gebruik geen oude medicijnen van andere cliënt
- als klachten aanhouden met (zelf)medicatie raadpleeg arts
- lees bijsluiter

Slide 14 - Tekstslide

Medicatie uitzetten
- dubbel check  (apotheek)
- baxtersysteem 
- aftekenen van medicatie
Fouten bij medicatie 
MIC melding (instelling moet fouten bijhouden)

Slide 15 - Tekstslide

Mag je als MZ 4 medicatie geven aan cliënten

Slide 16 - Open vraag

Casus 
Sjoerd heeft naast een verstandelijke beperking ook hartfalen. De laatste dagen heeft hij oedemateuse voeten. De arts spreekt furosemide af (40 mgr )
Welke observaties voer je uit ?

Slide 17 - Tekstslide

medicatieveiligheid

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Verdieping medicatie 
groepen medicatie 
indicatie medicatie
observatie medicatie 

Slide 20 - Tekstslide

Lanoxin = merknaam
Groep: hartglycosiden
werkzame stof = digoxine 
indicatie; bij atriumfibrilleren
werking: verbetert de pompkracht van het hart 
Bijwerking- objectief lage hartfrequentie
subjectief: duizelig, 

Slide 21 - Tekstslide

Weetje 
Bij langdurig gebruik, vooral van hogere doseringen of bij een verminderde nierwerking of een te lage schildklierwerking, kan digoxine zich opeenhopen in het lichaam en overdosering veroorzaken

Slide 22 - Tekstslide

lanoxin kan niet samen met:
Colestyramine (hoog chol): geen opname lanoxin in bloedbaan
* middelen tegen schimmelinfecties itraconazol of ketoconazol.
en middelen tegen hartritmestoornissen kinidine, propafenon en amiodaron verergeren de bijwerkingen 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 
Zoek een medicijn die je vaak tegen komt in de praktijk
- indicatie (werking)
- bijwerkingen
- weetje (?)
- andere medicatie 

Slide 24 - Tekstslide

Vragen ?

Slide 25 - Tekstslide