LE6 welzijn - jongeren

Welzijn 
Leereenheid 6: sociale en recreatieve activiteiten 
Les: online 
Onderwerp: Jongeren 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welzijn 
Leereenheid 6: sociale en recreatieve activiteiten 
Les: online 
Onderwerp: Jongeren 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. Lezen theorie over jongeren 
  2. quiz vragen 
  3. lezen 
  4.  quiz vragen 
  5. huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Jongeren 
Jongeren is opgesplitst in pubers en adolescenten 

Slide 3 - Tekstslide

Stelling:
Jongeren van tegenwoordig zijn moeilijker dan jongeren van vroeger.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Lezen - paragraaf jongeren 
Lees 3.7 thema jongeren in je theorieboek op pagina 56
Online boek: 
- dienstverlening, helpende zorg en welzijn 
- cliënten 
- verschillende leeftijden 
- theorie 
- jongeren 

 

Slide 5 - Tekstslide

In welke leeftijdscategorie vallen jongeren?
A
12-18 jaar
B
14- 20 jaar
C
16-24 jaar
D
12- 25 jaar

Slide 6 - Quizvraag

Hoe oud is een puber?
A
12 - 17 jaar
B
13 - 18 jaar
C
12 - 16 jaar
D
13 - 17 jaar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe oud is een adolescent?
A
16 - 24 jaar
B
18 - 26 jaar
C
17 - 25 jaar
D
25 - 30 jaar

Slide 8 - Quizvraag

Welke overgang vindt plaats in de puberteit?
A
een lichamelijke overgang van kind naar volwassenheid
B
een geestelijke overgang van kind naar volwassenheid

Slide 9 - Quizvraag

Welke overgang vindt plaats in de adolescentie?
A
een lichamelijke overgang van kind naar volwassenheid
B
een geestelijke volwassenwording

Slide 10 - Quizvraag

Lezen:  lichamelijke ontwikkeling van jongeren 
Lees 3.7 thema jongeren in je theorieboek op pagina 56
Online boek:
- dienstverlening, helpende zorg en welzijn
- cliënten
- verschillende leeftijden
- theorie
- jongeren 
-  lichamelijke ontwikkeling 

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet jij over de lichamelijke ontwikkeling van een jongere?

Slide 12 - Open vraag

Lichamelijke ontwikkeling 
  • rond 12 jaar maken de meeste kinderen een groeispurt 
  • Geslachtsdelen ontwikkelen, jeugdpuistjes, stem verandering
  • Gevoel: onzeker, ongemakkelijk, verlegen 
  • ontwikkelt interesse in seksualiteit 

Slide 13 - Tekstslide

Puberbrein
  • Hersenen zijn nog in ontwikkeling 
  •  tot 25 jaar 
  • moeite met plannen 

Slide 14 - Tekstslide

Waar hebben pubers moeite mee?

A
tv programma uitkiezen
B
plannen en slapen
C
plannen en winkelen
D
slapen en douchen

Slide 15 - Quizvraag

Slapen
  • Pubers ervaren slaapproblemen 
  • moeite om 's ochtend op te staan
  • lichamelijke oorzaak 
  • in de adolescentie fase gaat dit over 

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet jij van de verstandelijke ontwikkeling van een jongere?

Slide 17 - Open vraag

Verstandelijke ontwikkeling 
  • Na de basisschool gaan ze naar het voortgezet onderwijs
  • Krijgen veel vakken 
  • Ze moeten leren om te leren 
  • Is erg makkelijk om dingen te leren 
  • Begin van de adolescentie kiezen ze voor een vervolgstudie 

Slide 18 - Tekstslide

Abstract denken 
ontwikkelt zich in de adolescentie 
dingen die je niet kunt zien maar wel snappen 
Bijvoorbeeld een wiskundige formule 
nodig bij wiskunde, scheikunde, economie 
Pubers: denken nog zwart-wit. iets is goed of fout 
Adolescenten: weten dat het ingewikkelder is  

Slide 19 - Tekstslide

Abstract denken 

Slide 20 - Tekstslide

Wat weet jij van de sociale ontwikkeling van een jongere?

Slide 21 - Open vraag

Sociaal-emotionele ontwikkeling 
  • tussen 2 werelden staan
  • is geen kind maar ook niet volwassen 
  •   Wie ben ik en wat wil ik met mijn leven

Slide 22 - Tekstslide

identiteit 
  • Op zoek naar de eigen identiteit 
  • Zet zich daarom af tegen alles 
  • twijfelt aan regels van ouders 
  • Wil zelf beslissen wat hij doet - conflicten
  • Adolescentie: gaan de meeste het ouderlijke huis uit 
  • adolescentie: de eigen identiteit wordt duidelijker 
  • stemmingswisselingen: boos, vrolijk


Slide 23 - Tekstslide

In welke fase gaan de meeste jongere het huis uit?
A
pubers fase
B
adolescentie fase

Slide 24 - Quizvraag

Hoe werken vriendschappen in de jongere fase?

Slide 25 - Woordweb

Vriendschappen 
zijn belangrijk 
Pubers: juist niet opvallen 
Pubers: willen erbij horen 
Adolescenten: Willen zijn onderscheiden (anders zijn)
Adolescenten: heeft al meer een eigen identiteit

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk 
Maak opdracht 6a, 6b, 6c, 6d, 6e, 

Slide 27 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord ONZEKERHEID?

Slide 28 - Woordweb

onzekerheid bij jongere 
Jongeren kunnen onzeker zijn 
Onzekerheid herken je niet altijd
Gedrag bij onzekerheid: een grote mond, agressief 
Vaak niet persoonlijk bedoeld 
Probeer in gesprek te blijven gaan 



Slide 29 - Tekstslide