In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.3 Nettokracht
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je:
- Uitleggen wat er aan de hand is bij krachten in evenwicht.
- De normaalkracht kunnen beschrijven en tekenen.
- De nettokracht bepalen.
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer gaat iemand winnen als hij met iemand anders een wedstrijdje touwtrekken doet?
Slide 3 - Woordweb
Welke krachten zorgen hier voor evenwicht?
Slide 4 - Tekstslide
Twee krachten in evenwicht.
De zwaartekracht en spankracht zijn even groot, maar tegengesteld gericht.
De kist blijft in evenwicht.
Slide 5 - Tekstslide
De normaalkracht (Fn)
De normaalkracht is de kracht van de ondergrond op het voorwerp en maakt hier evenwicht met de zwaartekracht.
Slide 6 - Tekstslide
De normaalkracht (Fn)
Krachten zijn in evenwicht als:
- ze even groot zijn
- tegengesteld zijn gericht
bv: als Fz 200N is, is Fn ook 200N
Slide 7 - Tekstslide
Op één voorwerp werken vaak meerdere krachten
Slide 8 - Tekstslide
phet.colorado.edu
Slide 9 - Link
De resultante bepalen (Fnetto)
De resultante is de optelsom van alle krachten, ook wel nettokracht (Fnetto) genoemd.
Slide 10 - Tekstslide
De resultante bepalen (Fnetto)
Dus Fnetto bepalen door krachten:
optellen als ze in dezelfde richting werken
aftrekken als ze in tegengestelde richting werken
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Bij een touwtrekwedstrijd strijden 2 teams tegen elkaar. Team 1 trekt met een kracht van 545 Newton, Team 2 met een kracht van 521 Newton. Welk team wint?
A
Team 1
B
Team 2
Slide 13 - Quizvraag
Boris = 545 N, Karin =642 N, Nina = 521 N, Koos =664 N
Wat is de resultante?
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de nettokracht?
A
186N
B
8360N
C
1,45N
D
34N
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de nettokracht?
A
25N
B
225N
C
1,25N
D
12500N
Slide 16 - Quizvraag
De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de nettokracht?
A
Alle krachten bij elkaar opgeteld
B
als er geen krachten zijn, dat is de nettokracht
C
de sterkste kracht in de tekening
Slide 18 - Quizvraag
Op de koorddanser werken twee krachten die elkaar opheffen.
Welke zijn dit ?
A
Kleefkracht, veerkracht
B
Veerkracht, spankracht
C
Spankracht, zwaartekracht
D
Zwaartekracht, luchtweerstand
Slide 19 - Quizvraag
Als de zwaarte kracht 10N is hoe groot is dan de normaal kracht?