NN Lezen H5 les 2

Welkom 
Programma: 
H5 lezen opdracht 2 en 3 nabespreken
maken opdracht 5 en 6.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 
Programma: 
H5 lezen opdracht 2 en 3 nabespreken
maken opdracht 5 en 6.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een tekstsoort?
A
een bepaalde soort tekst
B
informatie waar de tekst over gaat

Slide 2 - Quizvraag


Tekstdoel ?
A
Amuserende tekst
B
C
Overtuigende tekst
D
Informerende tekst

Slide 3 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Activerende tekst
B
Amuserende tekst
C
Informerende tekst

Slide 4 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
Overhalen

Slide 5 - Quizvraag

Tekstdoel?

A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Het is belangrijk om te weten welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen. Deze bewering
A
is helemaal juist
B
geen idee, een woord is een woord
C
zou wel eens kunnen kloppen
D
is grote flauwekul

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden?
A
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
B
Ze geven aan wat voor soort tekst het is.
C
Ze geven aan met welk verband je te maken hebt.
D
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.

Slide 8 - Quizvraag

H5 opdracht 2 
1 (achtergrond)muziek in winkels
2 Eigen antwoord
3 We merken veel meer van (achtergrond)muziek in winkels dan we denken
4 opmerkelijke uitkomsten van een onderzoek van Muziek Werkt (alle genoemd in alinea 2 en 3)
5 toelichtend

6 bijvoorbeeld

7 omdat ze dan sneller/harder werken

8 Alles wordt zorgvuldig gepland of voorbereid.

9 Mensen winkelen (en werken) prettiger bij muziek die hun een positief gevoel geeft.

10 informeren

Toelichting: De schrijver wil vooral dat je als lezer iets te weten komt (namelijk: dat mensen prettiger winkelen (en werken) bij muziek die hun een positief gevoel geeft).

Slide 9 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2
6 bijvoorbeeld
7 omdat ze dan sneller/harder werken
8 Alles wordt zorgvuldig gepland of voorbereid
9 Mensen winkelen (en werken) prettiger bij muziek die hun een positief gevoel geeft.
10 informeren. Toelichting: De schrijver wil vooral dat je als lezer iets te weten komt (namelijk: dat mensen prettiger winkelen (en werken) bij muziek die hun een positief gevoel geeft).

Slide 10 - Tekstslide

opdracht 3
1 de productie en verkoop van bont / de bontindustrie

2 Eigen antwoord

Slide 11 - Tekstslide

a frustratie (al. 2) 
b gevild (al. 2) 
c humane (al. 3) 
d klimaateffect (al. 4) 
e uitstoot (al. 4) 
f verzuring (al. 4) 
g chemicaliën (al. 4) 
h zonneklaar (al. 6)
– emotionele toestand die ontstaat doordat je belemmerd wordt in je doen en laten 
– van hun vel ontdaan; gestroopt 
– vriendelijke; zachtzinnige 
– gevolg(en) voor de lucht
- en weersomstandigheden 
– afgifte van vloeistoffen of gassen uit bijv. fabrieken 
– stijging van de zuurgraad in bodem en water 
– scheikundig gemaakte stoffen – zeer duidelijk – negeren; bewust geen aandacht aan besteden

Slide 12 - Tekstslide

zonneklaar

links laten liggen
zeer duidelijk 

– negeren; 
bewust geen aandacht aan besteden

Slide 13 - Tekstslide

4 omdat de bontindustrie voor zowel dieren als mensen problemen veroorzaakt
5 De alinea’s 2 en 3 gaan over dierenleed; de alinea’s 4 en 5 gaan over mensenleed.



9 (1) de uitstootgassen van mest (stikstofoxide en ammo dragen bij aan de verzuring en de vorming van fijnstof); (2) de zware chemicaliën die gebruikt worden bij de bewerking en de kleuring van een vacht

Slide 14 - Tekstslide

6 (1) in het hok waarin ze worden gehouden (al. 2); (2) bij hun dood: in fokkerijen via elektrocutie of doodslag (al. 2) of in wildklemmen (al. 3); (3) bij het stropen van hun vel terwijl ze nog leven (al. 2); (4) bij hun vangst: in wildklemmen (al. 3)


Slide 15 - Tekstslide

7 (1) Dieren sterven in de wildklemmen een zeer pijnlijke dood. (2) Veel andere dieren worden per ongeluk meegevangen.
8 Bovendien
9 (1) de uitstootgassen van mest (stikstofoxide en ammoniak dragen bij aan de verzuring en de vorming van fijnstof); (2) de zware chemicaliën die gebruikt worden bij de bewerking en de kleuring van een vacht

Slide 16 - Tekstslide

10
a Gebruikte chemicaliën blijven aanwezig in kleding met bont. → b Mensen worden aan die chemicaliën blootgesteld. 
→ c Mensen krijgen mogelijk kanker of een verstoorde hormoonhuishouding. / De chemicaliën kunnen negatieve effecten hebben op de volksgezondheid.

Slide 17 - Tekstslide

11 Het doel van deze tekst is overtuigen.
Toelichting: De schrijver wil dat de lezer net zo over de bontindustrie gaat denken als hij; misschien kun je zelfs zeggen dat het tekstdoel ‘activeren’ is, want de auteur roept (bont)consumenten op geen bont (meer) te kopen, alleen nog nepbont.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf voor jezelf op:
Van welk onderdeel van leesvaardigheid wil je meer weten? Wat ken je nog niet goed genoeg?

bijvoorbeeld: tekstverbanden, hoofdgedachte, signaalwoorden, vinden van een onderwerp...

Slide 19 - Tekstslide

aan de slag!
maak opdracht 5 en 6 (h5 lezen)
lever alle opdrachten van h5 lezen nagekeken in (Teams, opdrachten, vanaf 12.00u.)
= huiswerk voor vrijdag

Slide 20 - Tekstslide