Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
2.3 - Geld lenen kost geld
Slide 1 - Tekstslide
Waarom zouden mensen geld lenen?
Slide 2 - Woordweb
Geld lenen betekent dat je geld van een ander gebruikt.
Je leent bijvoorbeeld omdat je niet wilt wachten totdat je iets duurs kunt kopen. Of omdat je onverwacht dringend geld nodig hebt.
Slide 3 - Tekstslide
Geld dat je geleend hebt, moet je terugbetalen. Dat noem je het aflossen van een lening.
Als je geld geleend hebt van de bank, moet je ook rente over de lening betalen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Een lening betaal je in maandtermijnen terug. Met alle maandtermijnen samen betaal je méér terug dan je geleend hebt. Alles wat je zo meer betaalt, zijn de kosten van een lening, voornamelijk rente.
Slide 6 - Tekstslide
Een percentage ( % ) is een deel van het geheel. Als je bijvoorbeeld €10,- rente moet betalen voor een lening van €200,- dan is de rente €10,- / €200,- x 100% = 5% van het geleende bedrag.
Slide 7 - Tekstslide
Je leent €100,- bij de bank. Je moet 7% rente betalen. Hoeveel is dat?
Slide 8 - Open vraag
Je leent €450,- bij de bank. Je moet 5% rente betalen. Hoeveel is dat?
Slide 9 - Open vraag
Aan het werk
2.3 Geld lenen kost geld
Maak de opdrachten 1 t/m 7.
Leer daarna de begrippen van 2.3 (zie Magister)
Slide 10 - Tekstslide
Lening terugbetalen in maandtermijnen.
Als je geld leent betaal je rente aan de bank.
Dat zijn de kosten van je lening.
Je spreekt af met de bank in hoeveel maandtermijnen je de lening terugbetaalt.
Slide 11 - Tekstslide
Je leent €3000 en je lost dat af in 24 maandtermijnen van €130. Wat zijn de kosten van de lening?