Les 2.2 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Klas 1 KGT - 1.3 Fictie

Vandaag in deze les:

Stillezen

Lesafspraken

Terugblik

Lesdoel

Huiswerk nabespreken

Instructie
Aan de slag

Stillezen

Pak je leesboek, stripboek, etc.

Niets bij je? Pak een boek van de tafel vooraan. 

Deze lever je na het stillezen daar weer netjes in.

Lesafspraken:

• Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
• Je hebt de spullen op orde en huiswerk gemaakt
• Je hebt de aandacht bij de les en bent stil wanneer nodig
• Bij samenwerken werk je zachtjes
• Wil je iets vragen of zeggen, steek dan je hand op
• Tassen op de grond, jassen in kluisje
• Geen eten/drinken/kauwgom

Terugblik:

• Fictie: Tijdrovers
• Nabespreken
• Leestips

Lesdoel

Aan het einde van deze paragraaf

• ken je vijf manieren om een leesboek te kiezen.
• kun je de belangrijkste gebeurtenissen in het verhaal kort navertellen.
• kun je een gelezen leesboek aanraden bij je klasgenoten.
• kun je kenmerken van gedichten noemen.

Huiswerk

• Ben jij een lezer? Of juist helemaal niet?
• Verdeel je over de klas:
• Kijk steeds naar de vragen op het bord.

Kies de uitspraak die bij jou past

• A Ik ben geen lezer
• B Ik lees weleens een boek
• C Ik lees regelmatig een boek

Kies de uitspraak die bij jou past

• A Het duurt best lang voordat ik een boek uit heb.
• B Ik vind lezen leuk.
• C Ik houd vol, ook wanneer het verhaal soms een beetje lastig is.

Kies de uitspraak die bij jou past

• A Ik kies het liefst een dun boek met grote letters en plaatjes.
• B Ik kies het liefst boeken van bekende schrijvers, zoals Carry Slee.
• C Ik kies ook boeken van minder bekende schrijvers.

Instructie Fictie

1.2 Over Lezen (18)

Titel lezen

Omslag bekijken

Flaptekst lezen

Eerste bladzijden lezen

Tips van anderen of internet

Dit boek smaakt naar meer

Instructie Fictie

1.3 Gedicht (19)

Een gedicht is een bijzondere tekstsoort

Gedichten gaan vaak over gevoelens en zijn anders dan verhalen.

Kenmerken:

1 Je ziet veel wit in de regels, ze zijn niet volgeschreven.

2 De regels staan vaak in groepjes bij elkaar.

3 In gedichten komt soms rijm voor.

Aan de slag

Opdracht 5 (19)

Beantwoord de vragen in je schrift.

Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Bedankt voor jullie aandacht