blok 1

Kennismaken met uiterlijke verzorging
blok 1

De eerste indruk
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kennismaken met uiterlijke verzorging
blok 1

De eerste indruk

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen blok 1
  • Je bent je er bewust van dat een eerste indruk vaak gebaseerd is op een vooroordeel. 
  • Je weet hoe je een eerste indruk van jezelf positief kunt beïnvloeden
  • Je weet dat bijna alle foto's in de media bewerkt zijn
  • Je kunt de begrippen cultuur en subcultuur uitleggen
  • je kunt klanten te woord staan aan de receptie of telefoon
  • je kunt afspraken maken met de klant en vastleggen in de agenda
  • Je kunt de werkplek en materialen schoonmaken
  • Je kunt handdoeken wassen, drogen en opbergen

Slide 2 - Tekstslide

Hoe komt het dat je meteen een mening hebt als je iemand voor het eerst ontmoet en nog geen woord gewisseld hebt?
In de volgende video zie je 2 klassen die elkaar nooit eerder gezien hebben.
Ze krijgen opdrachten als: "Ga staan bij iemand die ............. "

Waarop baseren ze hun keuze?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welke dingen zijn voor jou bepalend voor een eerste indruk ?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Wie lijkt jou het aardigst?
Waarom?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Wat kun je zelf beïnvloeden bij een eerste indruk?
Bij een eerste kennismaking, bijv. een sollicitatiegesprek, wordt vaak in 3 seconden al een mening gevormd: "Nee, dit wordt hem/ haar niet".
Het zijn onbewuste vooroordelen die bij zo’n eerste ontmoeting in een ‘split second’ de eerste indruk beïnvloeden. Mensen geloven nu eenmaal eerder wat ze zien, dan wat ze horen. Imagodeskundige Zabeth van Veen leert je in deze video hoe je die cruciale eerste seconden bij een nieuwe kennismaking doorkomt en zo een sterke eerste, tweede en derde ‘eerste indruk’ maakt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat kun je zelf beïnvloeden bij een eerste indruk?

Slide 11 - Open vraag

Vooroordelen en stereotypen
Vooroordeel
Oordeel over iemand of iets zonder 
dat je de feiten of de persoon kent 

Stereotypen
Een beeld dat je van een hele 
groep mensen hebt

De oorzaak van discriminatie ligt vaak in stereotypen.

Daarom is het belangrijk om te weten van welke stereotypen je uitgaat.



Slide 12 - Tekstslide

smile
Een onechte glimlach wordt ook wel eens Pan American-lach genoemd, naar de Amerikaanse vliegtuigmaatschappij, omdat stewardessen vaak op die manier lachen.
Hieronder vind je een link naar een YouTube-filmpje waarmee je met drie voorbeelden kunt testen of je een nepglimlach herkent. In het extreme geval worden bij deze lach enkel en alleen de spieren gebruikt die de mondhoeken optrekken (de grote jukbeenspier of lip corner puller), zodat ‘de ogen niet meelachen’.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Kennismaken met uiterlijke verzorging
In dit deel leer je over uiterlijke verzorging en wat er allemaal komt kijken bij het werken in een schoonheidssalon. 

Je ziet dat er veel verschillende klanten aan de balie komen uit verschillende culturen en subculturen. 


Slide 15 - Tekstslide

Culturen en uiterlijk
Cultuur is de leefstijl van een samenleving (groep mensen): alle dingen die mensen denken, doen en hebben, gewoonten en gebruiken, godsdienst, normen en waarden, levensstijl, eetgewoonten en wijze van kleden, bouwwerken.

De cultuur waarin je leeft, heeft invloed op je uiterlijk.

Je geloofsovertuiging kan ook invloed op je uiterlijk hebben.


Slide 16 - Tekstslide

Zoek 5 foto's van culturele uitingsvormen
timer
5:00

Slide 17 - Open vraag

Borstvergrotingen en face-lifting via plastische chirurgie  in de westerse
cultuur.
Maken van littekenweefsel als versiering. In bepaalde Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse culturen vinden ze
dit mooi.

Slide 18 - Tekstslide

Haar invlechten in Afrikaanse en Afro-
culturen.
Hennapatronen op handen en voeten
in de Arabische en Aziatische cultuur

Slide 19 - Tekstslide

Tatoeages (Maori- New Zealand)
Oprekken van de hals in Thailand.

Slide 20 - Tekstslide

Uitrekken van de oorlellen in
Afrikaanse culturen.
Boeddhistische monniken scheren hun
hoofd kaal

Slide 21 - Tekstslide

Islamitische vrouwen dragen vaak een hoofddoek
Orthodox-joodse mannen dragen een bolhoed en lange pijpenkrullen voor de oren.

Slide 22 - Tekstslide

Subculturen

Naast de culturen van landen en regio’s zijn er ook subculturen: groepen in een cultuur die  zich op dezelfde manier kleden, dezelfde ideeën hebben of op dezelfde manier leven. 






Slide 23 - Tekstslide

Noem 3 voorbeelden van subculturen
(tekst of foto)

Slide 24 - Open vraag

gabbers
kakkers
Emo's
hippies
Rockers
welke subculturen zijn dit? 

Slide 25 - Sleepvraag

Uiterlijk wordt bepaald door:
  • cultuur
  • erfelijkheid
  • leefwijze
  • klimaat
  • gezondheid
  • (beroep)

Slide 26 - Tekstslide

Mode en reclame
Mode zegt iets over de smaak van een groep mensen op een bepaald moment. Mode is tijdelijk.

Mensen doen mee met mode omdat:
  • ze behoefte hebben aan verandering;
  • ze ergens bij willen horen;
  • ze zich willen onderscheiden.
Je hebt voorlopers, trend-volgers en niet-volgers.

De invloed van massamedia: televisie, radio of internet.
Reclame heeft invloed op ons uiterlijk. Maar reclame is anders dan de werkelijkheid.
Mooi is voor iedereen anders.





Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Maak je zelf gebruik van filters over je foto's?
(Instagram)
ja
nee
soms

Slide 31 - Poll

“Do you think social media should delete photoshopped photos of influencers?”
Yes
No
I don't know

Slide 32 - Poll

Do you think this photo is photoshopped?
yes
no

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Video

Telefoongesprek voeren
  • Blijf geconcentreerd tijdens het gesprek. Doe geen andere dingen ondertussen.
  • Spreek duidelijk en met een vriendelijke intonatie ( je klinkt dan vriendelijker, levendiger en duidelijker
  • Luister goed naar de ander en herhaal eventueel wat de ander gezegd heeft.
  • Maak een Telefoonnotitie
  • Zakelijk telefoneren moet zorgvuldig gebeuren, anders kunnen afspraken misgaan. Bovendien krijgt de beller een goede indruk van de instelling als hij goed en correct te woord wordt gestaan.

Slide 35 - Tekstslide

Het telefoongesprek:


  • Neem afsprakenboek en pen voor je. 
  • Telefoon opnemen met bedrijf of instelling 
  • ‘Goedemorgen/ middag ’ + eigen naam.
  • Vraag naar de gewenste behandeling.
  • Kijk naar geschikte datum en tijd voor  afspraak en schrijf op  in afsprakenboek.
  • Herhaal gemaakte afspraak.
  • Bedank en zeg ‘Dag mijnheer’ of ‘Dag mevrouw’ . 
  • Verwerk afspraak in  computer op  klantenkaart.
Telefoonnotitie:

  • de naam  beller en  naam van het bedrijf of de instelling
  • datum en  tijdstip van het gesprek
  • voor wie er gebeld is
  • onderwerp waarover is gebeld
  • welke afspraken er zijn gemaakt: bijvoorbeeld de afspraak is dat iemand zal terugbellen. 
  • Noteer het telefoonnummer.

Slide 36 - Tekstslide

Desinfecteren van materialen

Schoonmaken: het afwassen van vuil met een reinigingsmiddel.

Desinfecteren: het doden of verwijderen van bacteriën, schimmels, virussen of andere ziekteverwekkende organismen die tot infectie kunnen leiden.

Steriliseren: het doden van al het micro-bacteriële leven, door onder hoge druk en hoge temperatuur te behandelen met speciale apparatuur nodig. 
Als iets gesteriliseerd is, moet het daarna ook steriel verpakt blijven totdat het gebruikt wordt.


Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

De was doen
  • Haal de zakken leeg.
  • Maak ritssluitingen dicht.
  • Keer donkere, bonte spullen, zoals spijkerbroeken en sweatshirts en textiel met een print binnenstebuiten.
  • Behandel moeilijk te verwijderen vlekken vooraf met een speciaal vlekkenmiddel.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

lesdoelen blok 1
  • Je bent je er bewust van dat een eerste indruk vaak gebaseerd is op een vooroordeel. 
  • Je weet hoe je een eerste indruk van jezelf positief kunt beïnvloeden
  • Je weet dat bijna alle foto's in de media bewerkt zijn
  • Je kunt de begrippen cultuur en subcultuur uitleggen
  • je kunt klanten te woord staan aan de receptie of telefoon
  • je kunt afspraken maken met de klant en vastleggen in de agenda
  • Je kunt de werkplek en materialen schoonmaken
  • Je kunt handdoeken wassen, drogen en opbergen

Slide 42 - Tekstslide