Paragraaf 2.4 Het dagboek van de aarde

1 / 49
volgende
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Waarom steeg de zeespiegel na de ijstijd?

Slide 2 - Open vraag

Hoe oud is de aarde eigenlijk?

Slide 3 - Open vraag

Waarom weten we zoveel over de geschiedenis van de aarde?
Absolute ouderdom:
  • Iridium --> komt van nature niet voor op aarde; maar wel in meteorieten.
  • Fossielen --> blijft alleen bewaard als het snel bedekt wordt met sediment 
  • Halfwaardetijd --> Radioactief materiaal in gesteente vervalt in vaste tijden (bv. uranium in 700 mln jaar)

Slide 4 - Tekstslide

Relatieve ouderdom
Van de meeste dingen op aarde weten we niet hoe oud ze precies zijn.
We kunnen wel aangeven of iets ouder of jonger is dan iets anders = relatieve ouderdom

Slide 5 - Tekstslide

Relatieve ouderdom
Grondlagen die dichter aan het aardoppervlak liggen zijn jonger dan grondlagen dieper in de aarde

Slide 6 - Tekstslide

Superpositie 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de oudste laag?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de oudste laag?

Slide 9 - Open vraag

Welke laag is jonger? A of L?

Slide 10 - Tekstslide

Welke laag is jonger? A of L?

Slide 11 - Open vraag

Welk begrip past hier?

Slide 12 - Tekstslide

Welk begrip past hier?

Slide 13 - Open vraag

Fossielen; hoe ontstaan ze?
Kan alleen als overleden dieren direct worden bedekt door een laag zand of klei.

Doordat deze zandlaag druk uitoefent op het skelet blijft het bewaard

Wanneer na lange tijd de zandlaag erodeert (afslijt) kan het fossiel aan / nabij de oppervlakte komen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

absolute of relatieve ouderdom?

Slide 16 - Tekstslide

Absolute of relatieve ouderdom?

Slide 17 - Open vraag

Absolute of relatieve ouderdom?

Slide 18 - Tekstslide

Absolute of relatieve ouderdom?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn delfstoffen?
Alles uit de grond wat nuttig is voor gebruik van de mens.

3 groepen:
1. Metalen
2. Fossiele brandstoffen
3. Diverse grondstoffen
Voorbeelden?

Slide 20 - Tekstslide

Hoe ontstaan metalen?
Komen niet 'puur' voor, maar altijd opgesloten in een gesteente. 

Een metaal in een gesteente noemen we een erts

Deze ertsen zijn vanuit de mantel omhoog gekomen 

Meeste ertsen blijven echter onder de grond en moeten door middel van mijnbouw gewonnen worden.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ontstaan fossiele brandstoffen?
Neem de volgende vragen over in je schrift.
Beantwoord ze tijdens het bekijken van het volgende filmpje:

1. Wat is de eerste fase waaruit steenkool ontstaat?
2. Wat is er nodig om vanuit de eerste fase steenkool te vormen?
3. Wat is het nadeel van het gebruik van steenkool?

https://schooltv.nl/video/steenkool-een-fossiele-brandstof/

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe ontstaat aardolie?
Aardolie is ook een fossiele brandstof maar ontstaat door het onder druk raken van dood plankton

Na miljoenen jaren samenpersen ontstaat aardolie. 

Ook hier ontstaat (net als bij steenkool) als bijproduct (nat) aardgas

Slide 24 - Tekstslide

Delfstoffen raken op!
Delfstoffen worden helaas sneller gebruikt dan ze worden aangevuld

Op dit moment zijn goud, zink, antimoon en molybdeen het meest schaars op aarde.

Slide 25 - Tekstslide

Klaar? Kennen & kunnen § 2.3
Check of je onderstaande leerdoelen beheerst door de antwoorden te noteren:

  • Ik ken de verschillende soorten delfstoffen en hun ontstaanswijzen.
  • Ik kan het inkolingsproces uitleggen en weet hoe steenkool, aardgas en steenkool ontstaan.
  • Ik kan met behulp van de atlas uitzoeken waar delfstoffen op aarde voorkomen.

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk
Open op Classroom de opdracht voor deze les.
Groepjes zijn als volgt:
Groep antimoon: Douwe, Amira, Nora, Olivier, Senne
Groep goud: Lucas, Bram, Laura, Tobias, Piet
Groep zink: Medina, Ben, Floor, Joep, Ties
Groep molybdeen: Sebastiaan, Mette, Jesse, Juna, Mert
Groep scandium: Steijn, Elmer, Owen, Sem, Victor

Slide 27 - Tekstslide

Terug naar de leerdoelen § 2.3
  • Ik ken de verschillende soorten delfstoffen en hun ontstaanswijzen.
  • Ik kan het inkolingsproces uitleggen en weet hoe steenkool, aardgas en steenkool ontstaan.
  • Ik kan met behulp van de atlas uitzoeken waar delfstoffen op aarde voorkomen.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk § 2.3
Vragen?

Slide 29 - Tekstslide

Landenvergelijking
Maak de landenvergelijking op blz. 44 & 45 in het opdrachtenboek in stilte.

Na 20 minuten bespreken van de afzonderlijke opgaven.
We gaan uitgebreid de opgaven bespreken. 
Als je de beurt krijgt geef je aan:
- hoe kom je aan het antwoord?
- wat is het juiste antwoord?
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

§ 2.4: Delfstoffen in Europa

Slide 32 - Tekstslide

Belangrijkste delfstoffen in Europa
Steenkool --> slecht voor het milieu; tegenwoordig veel mijnen gesloten (Limburg), steenkool komt vooral van buiten Europa

IJzererts --> werd vaak gewonnen in combinatie met steenkool + belangrijke grondstof voor staal.

Slide 33 - Tekstslide

Kritieke grondstoffen
'Zijn economisch belangrijk voor Europa, maar er zijn risico's wat de aanvoer betreft.'

Worden vooral gebruikt voor moderne technologie (smartphones) en energiezuinige toepassingen (zonnepanelen, etc.)

Slide 34 - Tekstslide

Risico's voor de aanvoer van grondstoffen
Mogelijke risico's

- conflicten
- onbetrouwbare regering
- slechts enkele landen met een grondstof 

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de opdrachten van § 2.4 blz. 46 & 47.

Slide 36 - Tekstslide

Welkom terug!
Afspraken online les:
- Camera / webcam is aan.
- Microfoon is uit; tenzij je een beurt hebt.
- Boeken en aantekenschrift liggen in de buurt.
- Je bent ingelogd op Classroom en op deze Lessonup.



Slide 37 - Tekstslide

Programma vandaag
  • Mededeling portfolio
  • Leerdoelen § 2.1 t/m 2.4.
  • Huiswerk § 2.4; vragen? Graag in de chat. 
  •  Uitleg § 2.5 + afronding hoofdstuk
  • Toetsstof

Slide 38 - Tekstslide

Leerdoelen § 2.1 t/m 2.4
  • Check; heb je alle leerdoelen van § 2.1 t/m 2.4?
  • Welke leerdoelen beheers je?
  • Welke leerdoelen beheers je niet (meer)?

Heb je het idee dat je het hoofdstuk beheerst?
Zijn er nog begrippen die onbekend zijn?



Slide 39 - Tekstslide

Huiswerk § 2.4 
Vragen? Graag in de chat. 

Geen vragen? Dan kun je de mijne dus wel beantwoorden!?

Slide 40 - Tekstslide

§ 2.5: Delfstoffen in Nederland

Slide 41 - Tekstslide

Steenkool
  • Werd gebruikt voor 
elektriciteitsopwekking
  • Bijna overal in Nederland te vinden

  • Maar slechts op enkele plekken 
op winbare diepte

  • Wordt tegenwoordig niet meer in
Nederland gewonnen

Slide 42 - Tekstslide

Hoe ontstaat steenkool ook alweer? Beschrijf het inkolingsproces in enkele zinnen.

Slide 43 - Open vraag

Aardolie ontstaat op een vergelijkbare manier. Wat is het belangrijkste verschil tussen het ontstaan van steenkool en aardolie?

Slide 44 - Open vraag

Zout
Ook zout komt veel in Nederland voor.

Dit is ontstaan toen Nederland in een 
woestijnklimaat (tijdens het Perm) lag.

Een deel van Nederland was een ondiepe zee.

Dit water verdampte onder hete en droge omstandigheden = indamping.
evenaar

Slide 45 - Tekstslide

Overige delfstoffen in Nederland
Kalksteen --> ontstaan tijdens het Krijt in Z-Limburg. In een tropische binnenzee hoopten schelpen en kalkskeletjes zich op

Zand en grind --> door rivieren naar Nederland gebracht

Klei --> door vroegere overstromingen van rivieren voor langs de grote Nederlandse rivieren te vinden

Slide 46 - Tekstslide

Nederland 'rijk' aan delfstoffen?
Nederland heeft veel delfstoffen, maar niet de 'kritieke' metalen.

Daarnaast veel import van fossiele brandstoffen

Nederland wil in 2050 niet meer afhankelijk zijn van het buitenland / import van grondstoffen

Slide 47 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Maak via de volgende link (of scan de QR-code) het Exit-ticket van deze les.
Hiermee laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.

Huiswerk voor volgende week:
alle opdrachten § 2.5 in het werkboek af.

Slide 48 - Tekstslide

Agenda 3VAc ak vrijdag 15 januari 

Slide 49 - Tekstslide