Hoe heeft de mens het Nederlandse landschap ingericht?

Hoe heeft de mens het NL landschap ingericht? 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoe heeft de mens het NL landschap ingericht? 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
 
  • Je beschrijft hoe mensen het landschap van Nederland hebben ingericht.
  • Je beschrijft en waardeert verschillende belangen met betrekking tot ruimtegebruik.
  • Je beschrijft het verschil tussen stad en platteland, waarbij je de opbouw en ontwikkeling van het stedelijk gebied beschrijft.

Slide 2 - Tekstslide

 Planning
09:50-09:57 binnenkomst
09:57-10:02 herhaling vorige les
10:02-10:10 uitleg landschapzones
10:10-10:25 aan de slag met de learning portal (week 34)
10:25-10:31 uitleg Nederlands landschap
10:31-11:00 Poster (af)maken of Learning portal (week 35)
11:00-11:10 cityguesser

Slide 3 - Tekstslide

Landschapzones
er zijn 6 verschillende landschapzones op aarde: 
Tropische zone
Aride zone
Subtropische zone
Gematigde zone
Boreale zone
Polaire zone

Slide 4 - Tekstslide

Tropische zone
Tropische regenwoud rondom de evenaar met Savanne. 
In dit gebied is het het hele jaar warm en vochtig --> snel groeiende planten. 

Zwerflandbouw

Slide 5 - Tekstslide

Aride zone
Richting het noorden en het zuiden van de evenaar wordt de Savanne droger (dalende lucht!)
Als er nog enigszins begroeiing is zoals grasjes - Steppe. 
Helemaal geen begroeiing meer? 
--> woestijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Subtropische zone
Dit zijn gebieden met een relatief warm gematigd klimaat. 
Middellandse zeegebied kent droge, hete zomers en milde regenachtige winters. 
Vegetatie heeft vaak leerachtige bladeren om het vochtverlies te beperken. 

Slide 7 - Tekstslide

Gematigde zone
Hier wonen wij! 
Niet erg warm of koud en ook niet erg nat of droog, gematigd dus. 
Veel loofbossen en in de drogere gedeelten grassteppes en de koudere gedeelten een naaldwoud. 
Grassteppes zijn heel erg vruchtbaar en ideaal voor graanbouw. 

Slide 8 - Tekstslide

Boreale zone
Dit is de koudere versie van de gematigde zone, met name in de winter. 
Heel veel naaldbossen vinden we hier samen met een zeer onvruchtbare grond. 

Slide 9 - Tekstslide

Polaire zone
Vanuit de boreale zone naar de polaire zone zien we dat de naaldbossen steeds dunner worden, totdat er alleen nog maar mosjes zijn. Dit is de toendra. 
Gaan we nog dichter naar de polaire zone dan vinden we alleen nog maar ijskappen. 

Slide 10 - Tekstslide

Heeft de mens ook invloed uitgeoefend op dit landschap?

Slide 11 - Tekstslide

Geofactoren 
Hoe ons landschap eruit komt te zien wordt bepaald door verschillende Geofactoren. Ze hebben allen invloed. 

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit vraag: Geofactoren 
Stel dat het klimaat veel droger wordt en de rivier opdroogt. Beschrijf wat voor effect dit zal hebben op enkele andere geofactoren.

Slide 13 - Tekstslide

De mens als geofactor 
  • Vroeger is Nederland ontstaan uit natuurlijke geofactoren. We spraken toen van een natuurlandschap.
  • Tegenwoordig heeft de mens als 'onnatuurlijke geofactor' overal zijn invloed uitgeoefend.
NL = een cultuurlandschap geworden. 

Slide 14 - Tekstslide

De vier bestemmingen
  • Toen NL voor het eerst bewoond werd richtte men het landschap in om te wonen en te werken. 
  • Later werden er verkeer(swegen) aangelegd om leefgebieden met elkaar te verbinden. 
  • Tenslotte werden gebieden ingericht voor recreatie en ontspanning. 
  • --> Wonen, werken, verkeer en recreatie zijn de vier categorieën waarop ons land is ingericht. 

Slide 15 - Tekstslide

De vier bestemmingen 

Slide 16 - Tekstslide

1. Wonen - ongelijke bevolkingsdichtheid 
Wat valt op?  Waar zijn de eerste grote steden ontstaan? 

Slide 17 - Tekstslide

2. Werken - De vier beroepssectoren 
1. Primaire sector (landbouw)
2. Secundaire sector (industrie)
3. Tertiaire sector (diensten) 
4. Kwartiaire sector (diensten, maar overheidsgeboden)

Sector 1 en 2 maken 'tastbare' producten. 
Sector 3 en 4 leveren een 'dienst'. 

Slide 18 - Tekstslide

3. Verkeer  - Infrastructuur 
  • Om de verschillende kanten van Nederland met elkaar te verbinden, hebben we infrastructuur aangelegd. 
  • Infrastructuur is het geheel van verbindingen en voorzieningen die dienen om goederen, personen en informatie te vervoeren

Slide 19 - Tekstslide

4. Recreatie - Vrije tijd  
  • De natuur gebruiken we om onze vrije tijd in door te brengen, om in te recreëren. 
  • Om dat op een goede manier te doen, beheren de mensen het landschap. (Wandelpaden, wildroosters, maaien/kappen van bomen, etc.) 

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou de grootste verschillen tussen stad en platteland?
Kenmerken wonen in steden:               Kenmerken wonen in dorpen/platteland:

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Platteland vs. stad 
  • Slechte levensomstandigheden (platteland)
  • Weinig werkgelegenheid (platteland)

  • Men ging op zoek naar studie of werk (stad)
  • Urbanisatie: Men trok van het platteland naar de stad

Slide 24 - Tekstslide

Terugblik leerdoelen 
Je beschrijft hoe mensen het landschap van Nederland hebben ingericht.

Je beschrijft en waardeert verschillende belangen met betrekking tot ruimtegebruik.

Je beschrijft het verschil tussen stad en platteland, waarbij je de opbouw en ontwikkeling van het stedelijk gebied beschrijft.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide